35
Punt op, waar hij 't fort eveneens verlaten en vernield
vonden desgelijks onmiddellijk weder opwierphoezeer
geenerlei vrees voor eenen aanval er op bestonden beide
forten onnut zouden wezen mogt Canada veroverd worden.
Amherst behoorde echter tot die omzichtige bevelhebbers
welkedoor alles ten offer te brengen aan de zekerheid
juist hierdoor den kostbaarsten tijd verzuimen. Eerst toen
alles naar den eisch verzekerd was, rukte hij den wakkeren
vijand achterna die inmiddels, op Isle aux Noix aan 't bo
veneinde van 't meir Champlain zijne macht ten getale van
5500 manbenevens verscheidene gewapende sloepenhad
bijééngetrokkenen in deze stelling rustig versterkingen uit
Canada afwachtte. Deze vertraging werkte beslissend op
de samenwerking van het Britsche hoofdkorps met de bele-
gerings-troepen onder Wolfe; alleen door enkele uitdruk
kingen in brieven van Montcalm wegens de uitwisseling der
krijgsgevangenen, vermogt de Britsche opperbevelhebber eenige
inlichting nopens de bewegingen vóór Quebec te verkrijgen
aan eenige gemeenschap viel in 't geheel niet meer te
denken. Ook nu trouwens bleef Amherst zich zclven gelijk
aau eenen aanval dacht hij niet, alvorens te Ticonderoga de
zijns inziens noodwendig vereischte sloepen en booten waren
aangemaakt. Niet vóór October was zulks mogelijktoen
scheepte Amherst zijne troepen op het meir Champlain in
doch zag zijne pogingen tot tweemaal toe door den inmid
dels geheel voorbereiden vijand afgeslagen. Het gunstig
jaargetij bleek nu vervlogenen er bleef den behoedzamen
bevelhebber uicts overdan zijnen troepen de winterkwar
tieren te laten betrekken
Wolfe stond dus alléén, en dat hij ten laatsten den kamp
toch ten voordeele van Grool-Brilanje besliste op een oogen-
blikdat men van zijne volharding en beleid tegenover
eenen Montcalm bezwaarlijk iets meer dan de handhaving
zijner stelling in het gezicht van Quebec verwachten kon
plaatst hem in eens op gelijke hoogte met de vermaardste
bevelhebbers van ouderen en nieuweren tijd. 3*