37
wijde roode slodderbroeken en zoo'n korl apenbuis. Letwel
kapitein heden valt ons een lekker beetje te beurtgij
verwerft den Majoors-rang en ik de Korporaals-strepen. De
oorlog is toch eene heerlijke zaak, en terwijl wij hier de
Russen bevechten, brul ik mijn leve die Keizernog ééns
zoo gaarne als vroeger bij de monsteringen in dat ver
vloekt Parijs, waar geen eind aan de parades, wachten en
patrouilles komt. Leve het Fransche leger! kapitein! dat
zullen we heden avond de Russen op den Malakof in de
ooren brullen
Zoo wa^ekle en schertste mijn Jacques met zijne nimmer
ruslende tong steeds voort, terwijl hij mij bij 't klceden be
hulpzaam wasen zich vervolgens haastte om zijn geweer
nog eens zorgvuldig na te zienen zich te overtuigen dat
daaraan alles volmaakt in orde was. Evenwel is deze Jacques
een slechte profeet geweest; ik ben thans krijgsgevangen
in plaats van majoor, en hij is een lijk, want onmiddellijk
bij den eersten storm viel hij met een verbrijzelden schedel
aan mijne zijde, 't Is jammer voor den kerel! wél was hij
een erge Gasconjer windbuilmaar tevens was hij de lus-
ligste en in den strijd ook de dapperste soldaat, die ooit de
voltigeur-épaulelten droeg, en dit beteekent, gelyk gij zelf
weetheel wat.
Toen ik bij 't aantreden mijner kompagnie nog eens zorg
vuldig liet onderzoeken of de geweren in voortrelïelijken
staat waren, en of ieder Voltigeur zijn volle aantal patronen
bij zich had, merkte ik, dat mijne soldaten wistendat hun
in den nu volgenden nacht nog een verschrikkelijke strijd
wachtte. Er heerschte in de gelederen een duidelijk merk
bare ernst, en er werd lang zoo veel niet geschertst en ge-
lagchen als anders bij zulke gelegenheden het geval plag
te zijn. Bovendien hield meer dan ooit het verschrikkelijk
bombardement aandat wel reeds verscheiden dagen zonder
ophouden had voortgeduurd doch welks hevigheid zoo mo
gelijk thans nog scheen toe te nemen. De grond dreunde
letterlijk onder onze voeten, wanneer zoo'n salvo gegeven