45 afgemat van de geweldige krachtinspanning bij het voeren van den sabel en bij het afweren der tegen mij gerigte ba jonet-steken. Hel was daarbij gelukkig dat de Russische soldaten slechts zelden bedreven zijn in het krachtig en be hendig voeren der bajonet, zoodat het niet moeijelijk viel hunne stooten te weren; anders ware ik zeker door verschei den steken doorboord gewordendewijl ik mij herhaaldelijk tegen verschillende aanvallers te gelijk verdedigen moest. De Russische soldaten rigtten hunne aanvallen bij voor keur tegen ons vijandelijke officierenen vooral tegen de kapiteins, omdat de gouden torsades onzer épauletten hun zeer in de oogen staken en zij uiterst begeerig waren om die buit te makenmaar voor zoo ver ik het in deze woeste mengeling zien kon, waarin ieder genoeg met zich zeiven te doen had en elk bevel voor het oogenblik ophield rigt ten ook onze lieden een niet gering verlies aan onder de Rus sische officieren, die thans even als altijd met groote zelfop offering den strijd volhielden. Zoo onder anderen zag ik een kleinen hoornblazer mijner kompagnie een knaap van naauw zestien jaar, die als regimenis-kind bij ons was op gegroeid, en van mij reeds menige straf wegens zijne lal- looze streken ondergaan had met zijn signaalhoorn op den rug en met zijn korten sabel in de vuist, die hem in het handgemeen hijzonder te pas kwamsteeds daar waar de strijd hel hevigst was. Met dezelfde vlugheid en hetzelfde gemak, waarmee zich eene kal op hare prooi stort, sprong hij op een grootenstevig gebouwden Russischen hoofdoffi cier los, die met den degen in de vuist te midden zijner lieden vochten eer de Rus precies wist wat er met hem gebeurde, had de knaap hem hij de beencn gepakt, op den grond geworpen en met zijn korten sabel het hart doorboord. In hetzelfde oogenblik echter sloeg een Russisch grenadier met de kolf van zijn geweer den hoornblazer dermate op het hoofd dat deze nog op het lijk van den door hem gedoo- den officier neerstortte, en er waarschijnlijk ook niet levend afkwam. Jammer van den knaapNiettegenstaande zijne

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1859 | | pagina 111