4S
voorste leden van mijne pink meê, zoodat ik in de eerste
hevige smart mijne buks vallen liet. Haastig bond ik mijn
zakdoek om de wond, trok vervolgens mijn sabel en wekte
mijne weinige strijdgenootendie allengs op slechts een
twintigtal zamengesmolten warentot volhardenden legen-
stand op. Met een krachtig Leve de Keizer antwoord
den nog de meesten en sleehls een jong Voltigeur hoorde
ik uilroepen, dal het heter was genade te vragen. «Ver
vloekte schoftgij hebt een geweer en patronenen wilt
u overgeven!" roept hem echter een oud soldaat van het
59sle van linie toe, en tevens heft hij in zijne woede zijn
geweerkolf legen hem op. Op hetzelfde oogenblik echter
trof een Russische kogel den lafaard in het voorhoofd, zoo.
dat hij onmiddellijk dood neerviel
«Geen genade, geen overgave zoo lang wij nog patronen
hebben Leve de Keizer riepen mijne soldaten wier strijd
lust tot het uiterste was opgewekt. Ook konden wij nu
wegens ons gering aantal, beter partij trekken van de be
schutting die onze bouwval aanbood en ons tegen het vijan
delijk vuur dekken. De eenige deur, die toegang tot het ge
bouw verleende, hadden wij met de lijken onzer gevallen
broeders zoodanig versperddat het den vijand nog heel wat
offers zou gekost hebben, dezen toegang te bestormen. Zoo
mogten wij hopen, ons welligt staande te houden, totdat
onze kolonne ten tweeden male de Russen zou teruggedron
gen hebben. Dit mogt echter helaas het geval niet zijn;
dood of gevangenschap was weldra ons onvermijdelijk lot ge
worden. Hel duurde namelijk niet lang of wc kregen gebrek
aan munitie en konden dus den strijd niet met den vroe-
geren nadruk volhouden. Vooral de buksen der Jagers wer
den weldra geheel nutlelooze wapensdaar hiervoor geen
patronen meer voorhanden waren, en zoodra de Russen dit
bespeurden, drongen zij heviger op ons huis aan.
Op ontzei was niet meer te hopen; dit zag ik steeds
meer in, want de storm was geheel mislukt, en derhalve
restte ons niets meer dan ons over te geven. Dit was een