88 niet behouden kunnen, dan laten wij het in de lucht vlie gen. Ik kan u gerust verzekeren, dat de aanvaller niets dan bouwvallen bemagtigen zal," zei de adjudant van Graaf Osten-Sacken die naast mij ging, in vrij goed Fransch toen hij zag dat wij dezen mijn-arbeid in het inwendige der stad met verbazing gadesloegen. Voor het overige was deze adjudant, een nog jong mensch met zeer beschaafde en voor name manieren allerbeleefdst jegens onsen hij maakte ons menig compliment over de krijgsvaardigheid onzer soldaten en over den moed, waarmee wij dezen morgen wederom de bestorming ondernomen hadden. Op de Engelschen scheen hij echter zeer verbitterd te zijnen herhaaldelijk gaf hij zijn hart lucht overhel gebrekkige hunner krijgsinrigtingen. Riet zeer veel behendigheid trachtte hij ons later, toen wij op den havenoever stil hielden over den toestand van ons leger uit te hoorenvooral wenschte hij te welen, of wij het met de Engelschen en Sardiniërs goed ééns waren of wij vertrouwen in onze generaals steldenbegeerig waren naar de voortzetting van den oorlog en hoe sterk ons leger was. Ik antwoordde hem aanvankelijk op al die vragen zeei' beleefd, ofschoon ontwijkend; toen ik echter steeds meer ontdekte, dat de Rus voornemens was mij geregeld uit te hooren, zeide ik lagchender wijs: waarde kameraad (ook hij had mij met dezen naam bestempeld)gij doet mij vra gen die ik u thans nu onze legers vijandig tegenover elkaar staan, niet naar waarheid beantwoorden kan, zonder mijnen pligt als Fransch officier te verzaken. Ik zou u dus moeten voorliegen en daar ik dit niet wilzoo verzoek ik u drin gend daarmee niet voort te gaan. Mogt ik later eens, wan neer onze Keizers vrede gesloten zullen hebbenhetzij te Petersburg of te Parijs eene flesch Champagne met u drin ken, dan zal het mij eene eer zijn u omtrent al onze leger- instcllingen naauwkeurig te onderrigten." De Rus, die nu wel inzag, dat ik zijn voornemen doorgrond had, veront schuldigde zich en liet verder zijne vragen achterwegetoch bleef hijdit moet ik tot zijn lof zeggen even beleefd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1859 | | pagina 124