00 leide werd het geweer uit zijnen arm gesmeten en geheel kromgebogen. ®Aha!" riep een onzer Volligeurs, die ook nude gele genheid lot schertsen niet voorbij kon laten gaan, »er zul len hier groote tooneelstukken met knal-effect vertoond wor den; het is echter geen zaak daarbij eene rol te vervullen!" Onwillekeurig moesten wij hierom lagchen en kwamen aldus uit onze aanvankelijk zeer neêrslagtige stemming. Rij den groolen haventrap die van de prachtige kaai naar de zee voert, maakten wij halt om de booten op te wachten die ons dwars door de haven naar de Noorder-forten van Sebaslopol zouden voeren. Mijn gewonde vinger begon mij zeer te kwellen, en ik zag dus met groot verlangen naar eenen arts uit, die mij behoorlijk verbinden kon vooral dewijl de steeds toenemende hitte ligt aanleiding tot koud vuur kon geVen. Verscheidene gewonden soldaten deelden hetzelfde lot, maar hoeveel ordonnancen de buitengewoon welwillende Russische officier deswege ook reeds afgezonden had er was geen geneeskundige hulp te verkrijgen en daar ook de booten lot hel overzetten der gevangenen bestemd, voi-op te doen hadden moesten wij verscheiden uren bij den haventrap hivakkecren. Wij maakten ons deze rust zoo goed mogelijk ten nutte om elkaar te verbinden en ons te reini genwaartoe de niet gewonden het water in hunne képi's uit den haven gingen putten. Wél was het zeer pijnlijk wanneer onze wonden met het zoute zeewater in aanraking kwamen niettemin echter was het heilzaam en nuttig. Ook lieten honger en dorst zich weldra in hooge male gevoelen daar de middag naderde en wij reeds sedert twee uur na middernacht op de heen waren. De Russische officier kon ons niet anders dan slecht brak water door zijne lieden doen bezorgen; andere verkwikkingen waren er voor het oogen- blik niet verkrijgbaar, dewijl alle voorraad voor de krijgsge vangenen zich in de Noorder-forten bevond. Gelukkig had den de meeste onzer soldaten nog wat brood en beschuit bij zichmenigeen had zelfs nog een kleine teug brandewijn in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1859 | | pagina 126