6?)
zoo eigenaardige wijze, dat de schepen met verdulden stra-
lenkroonen versierd schenen. Te midden daarvan zagen wij
bij oogenblikken onze groote en geliefde driekleur helder en
blinkend aan een der masten wapperen. Ofschoon wij thans
door den tegenspoed des oorlogs arme krijgsgevangenen wa
ren en niet onder deze geliefde vlag strijden mogtendeed
toch dit gezigt ons goed. Wij beschouwden hel als een gun
stig vóórteeken, en leidden er uit af, dal de Fransche vlag
ten laatste toch met vergulden zege-glans uit den bloedi-
gen strijd zou opwapperen en onwillekeurig hieven wij
gezamentlijk een geestdriftvol Leve Frankrijk! Leve het
Vaderlandaan. Wél vervulde deze jubelkreet onze Rus
sische matrozen met wrok, zoodal zij de naast hen zittende
soldalen met hunne vuisten sloegen en dermate met hunne
riemen in het water plonsden, dat wij allen doornat werden
wél gebood ons de luitenant vloekend te zwijgen doch
het gezigt onzer zoo heerlijk verlichte vlag had ons allen
dermate met geestdrift vervuld, dat wij hunnen toorn slechts
met vergenoegde gezigten beantwoordden. Wij zagen echter
de Fransche vlag slechts weinige oogenblikken zoo schoon
verlicht. De stoomboot wendde, en hel geliefde doek ver
dween uit onze oogen.
Het gedrang van allerlei op- en afvarende booten was bij
de havenkaai in Noord-Sebastopol zoo groot dat wij wel
bij de twee uur wachten moesten, eer het onze beurt was om
aan wal te gaan. Daar wij sedert den vroegen morgen niets
dan een klein stuk droog brood genuttigd hadden kwelde
ons de honger zeer, en met groot verlangen zagen wij het
oogenblik te gemoetwaarop wij eindelijk ecnig voedsel zou
den krijgen. Allengs was de duisternis ingevallen een zeer
koele wind verhief zich van de zeezijde, zoodal wij het,
met onze tamelijk ligte kleeding stil in de boot gezeten
braaf koud begonnen te krijgen. Voor het overige was de
levendigheid aan den oever, door fakkels en lantaarns ver
licht, inderdaad schilderachtig, en indien wij haar met ge-
5