69
behandelde. Aan dezen moesten wij onzen naamonzen rang
en het regiment opgeven, waarbij wij gediend hadden; bo
vendien teekende hij op, of wij ridderorden hadden en waar
wij geboren waren, en tevens maakte hij van ieder onzer
eene naauwkeurige persoonsbeschrijving. Hij zeide ons, dat
wij vermoedelijk later op ons woord van eer gevangen zou
den blijven; hier te Sebastopol echter ging dat nog niet, en
kon men ons niet veroorlooven de kazerne te verlaten daar
wij dan ligtelijk beleedigingen zouden ondergaan van de zijde
van enkele soldaten der ongeregelde korpsen, die welligt
door den strijd te zeer verbitterd waren. Versche lucht
echter konden wij dagelijks gedurende eenige uren op de
kazerneplaats inademen, waartoe een officier ons, indien wij
zulks verkozenvan 1 tot 5 uur op die plaats vergezel
len zou.
Wij namen het aanbod gretig aanen vonden op de ka
zerneplaats ook onze Fransche soldaten alsmede eenige even
eens gisteren gevangen genomen officieren van ons korps.
Onze soldaten klaagden wel is waar zeer over de onzuiver
heid hunner kamers en over het slechte brood; voor het
overige hadden zij echter niets op de ondergane behande
ling aan te merken. Drie gewonden waren in den afgeloo-
pen nacht gestorven de overigen waren naar omstandig
heden vrij wel. De arts die ons daags te voren verbonden
had kwam ook nu weder en onderzocht onze wonden met
tamelijk veel zorg. Ook de kazerne-kamers helaassteeds
meer met krijgsgevangenen opgevuld, werden thans met
zorg gereinigdwaartoe wij onze soldaten zeiven zeer aan
spoorden even als tot menigvuldig baden en wasschen en
tot het poetsen en herstellen hunner kleedingopdat zij zich
niet te zeer zouden verwaarloozen. Tot middag-eten kregen
wij dagelijks gekookte boonen waarbij dan elk officier een
klein stuk gerookt vleesch ontving. Dit laatste werd voor
ieder soldaat vervangen door een half pond kommiesbrood
en 'savonds werden wij steeds onthaald op grutten in wa
ter gekookt en met stinkend vet overgoten.