74 gelijk achter clka&r, zoo als ze op het papiertje opgegeven zijn, te maken: als zij echter van het ééne onderwerp niets welen te zeggen, het volgende te nemen, en zich daarom trent niet ongerust te maken: wijders verzoekt men hun hunne namen en voornamen met den datum van hunne geboorte boven op het papier, waarop zij schrijven, te zet ten. Aldus blijven zij een half uur geheel aan zich zei ven overgelaten, en worden daarop beurtelings door de verschil lende examinatoren in de verschillende vakken mondeling ondervraagd. Even als voor de geschiedenis, krijgen zij, 's morgens of 'snamiddags, ook schriftelijk werk op voor de talen, en soms voor de aardrijkskunde. Bij het examen wordt vooral gelet op de wijze waarop de adspirant zijne verkregene kunde weet te gebruiken, opzijn aanleg, en bovenal op zijne vatbaarheid om, als zijne kennis gering is, iets dat men hem uitlegt, te begrijpen. Van builen geleerde regelsdie men niet kan toepassen machinaal weten dat geene ontwikkeling van hel verstand medebrengt, bezwijkt; betrekkelijk onvoldoende kennis van zaken maar een helder oordeel dat heeft leeren denken zal altijd slagen, zoo wel in de wis- als in de letterkundige vakken. 's Middags, om twaalf uur, is er pauze van een uur en om één uur begint het examen weder, dat tol vier uur duurt. Dan gaat de adspirant naar huis onkundig van zijn lot, zich veelal een verkeerd denkbeeld van den afloop van zijn examen makende. En dit is natuurlijk. Het is een verge lijkend, examen. Met een knappen jongen die meestal be scheiden is, gaal men langzamerhand, lang nadat hij vol doende blijken van kunde heeft gegeven, verder, tot hij struikelt, tot hij niet meer kan, tot hij al zijne ken nis aan den dag gelegd heeft; eindelijk raakt hij uitge praat; hij begrijpt zelf, dat hij vast zit, en indien hij niet meer scherpzinnigheid bezit dan de meeste jonge lieden van zijn leeftijdgaal hij wanhopig naar huis. »Hel was in het begin nog al gemakkelijk geweestMaar later heeft hij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1859 | | pagina 140