75
de boel verknoeid! Men heeft hem ook allerlei dingen gevraagd,
die hij nooit geleerd had die volstrekt niet vereischt waren
Daarentegen heeft men soms heel onwetendeheel stompe
jongens, die met de meest gelukkige verwachtingen naar
huis gaan. Spoedig heeft men opgemerktdat er geenc
kans bestaat om den adspiranl er door te halen hij heeft
al in een paar vakken, schriftelijk en mondeling, eenige
van die reusachtigemen zou haast kunnen zeggen fabel
achtige dwaasheden gedebiteerd, waarvan later hier staaltjes
gegeven zullen worden. Eerst heeft men getwijfeld of men
dit aan slordigheid, verlegenheid onkunde of domheid moest
toeschrijven; men moest vooral zorgen den jongen niet
te ontmoedigen men heeft hem welwillend en geduldig op al
lerlei wijze getoetst; het resultaat was altijd even on
voldoende; eindelijk moet men zeggen, dat daar niets
aan te doen valt; men vraagt echter enkele dingen nog
springt van den hak op den tak, om maar iets te vinden
waarop men een voldoend antwoord kan krijgen en hij het
einde van den tweeden dag vertrekt de adspirant vast over
tuigd, dat hij met glans door het examen gekomen is.
«Maar waarom deelt men niet dadelijk den uitslag van het
examen aan de jonge lieden mede
Deze vraag hoe dikwijls ook beantwoord wordt telkens
op nieuw gedaan. Er bestaan echter verschillende rede
nen waarom tot ua den afloop van het examen een diep
stilzwijgen van de zijde der examinatoren bewaard moet
worden.
In de eerste plaatsweten zij zelve pas den dag na het
vertrek der jonge lieden als zij onderling hunne aanteeke-
ningen vergeleken hebben in welke vakken en in hoe ver
de adspiranten voldaan hebben. Een groot gedeelte van het
schriftelijk werk moet na het vertrek van den adspirant
nagezien worden eer men hem juist weet te rangschikken.
Ten tweede, al heeft een adspirant voldaan, dan is het
onmogelijk te zeggen, tot na den afloop van het geheele exa
men waar hij op de lijst zal komen te staan óf hij