78
overige leden medegedeeld te worden. De onderwijzer wilde
in de eerste plaats de jonge lieden niet benadeelen door
zijn gevoelen bij voorraad aan de Commissie mede te declen,
en in de tweede plaats was het toch zijn pligt voor zijne
reputatie te zorgen die aldus door de ouders op het
spel gezet was.
Eene tweede kathegorie van ongelukkigen bestond uit die
genen die voor hel examen «opgesloomd" waren; die
machinaal over alles wisten te pratenniets hadden lee-
ren hegrijpen die in één woord uit gebrek aan goed on
derwijs bezweken.
Eene derde partij bestond uit de «onrijpen," zeer jong
van jaren, die aanleg hadden, maar nog van niets wisten,
en diezonder te bedenken wat noodig isom de lessen
op de Akademie te kunnen volgende kans waagden om
door het examen heen te rollenwat zij ook deden
maar op eene andere wijze dan zij zich voorstelden, liet was
den betrekkingen eene dienst bewijzen door die af te keuren.
Die kunnen een volgend jaar goede Kadettcn worden
als men hen nu geplaatst had dan was het zeker dat zij
in hun eerste jaar waren blijven zitten.
Onder eene vierde kathegorie kan men diegenen rang
schikken die uit gebrek aan natuurlijken aanleg moester
afgewezen worden; die, in weerwil van goed, soms uitste
kend onderwijs, bezweken.
Maar deze waren niet talrijk slechts zeer weinigendie
behoorlijk onderl igt warenen lang genoeg van dat onder
wijs hadden geprofiteerd werden als «onvoldoende" aange
merkt. Hun getal werd eenigzins vermeerderd door diege
nen dievolgens de verklaringen der ouders of leei
meesters, zoo als deze wel wisten, onmogelijk voldoei
konden; maar die, door dit jaar zich aan het examen
te onderwerpen, het volgend jaar, als zij «klaar zullen
zijndoor de nu verkregene ondervinding gesterktheel
j) op hun gemak" zullen wezen en natuurlijk een even