80
tc wcnschen overliet, ofschoon het soms gruwelijk is de
slordigheid van het examenwerk te aanschouwen en hoewel
dit gruwelijk blijft, al stelt men daarvan een groot gedeelte
op rekening der zoo dikwijls aangevoerde zenuwachtigheid
van de adspiranten zoo zullen wij nogthans in dit op-
zigt geen staaltjes leveren. Men moet om hierover te oor-
deelen de jongens aan den gang zien, of eene lithographic
van hun slordig werk vertoonen beide zaken liggen builen
ons bereik.
De andere hoofdzaaken hienjneê zullen wij ons voorna
melijk bezighouden, betreft de ontwikkeling, welke het oor
deel bij de theoretische behandeling der cijferkunst verkrij
gen moet. In dit opzigt werd bij het examen het volgende
op den voorgrond gesteld.
Daar door de vier hoofdregels der cijferkunst alle veran
deringen die de getallen kunnen ondergaan ten uitvoer
worden gelegdzoo moet iemanddie zijn oordeel goed ge
bruikt, met deze vier hoofdregels, om zoo te zeggen, alle
vraagstukken der cijferkunst kunnen oplossen; hij moet er
de gcheele cijferkunst uit kunnen construëeren. Bij goed
onderwijs kan zelfs een middelmatig versland dit ook wer
kelijk verriglen. Geschiedt dat goed, dan is de cijfer
kunst, d. i. het redeneeren met getallen, bet magtigste
middel om het oordeel goed te ontwikkelen om uit gegevens
juiste besluiten af te leidenom vindingrijkheid tc bevor
deren; bovendien is dan de onmisbare weg gebaand om met
vrucht verdere wiskundige studiën te volbrengen waaraan
zonder dit krachtig hulpmiddel, niet te denken valt.
Bene vraag nu, die om het oordeel te toetsen niet zel
den gedaan werd was de volgende
Iemand vertrekt uit eene stad, en legt 12 mijlen daags
*af. Een ander reist hem 12 dagen later achterna en legt
>18 mijlen daags af. In hoeveel tijd zal de tweede den eer-
x sten inhalen
De vraag is ontleend aan een boek dat zeer velen hebben
gebruikt; in dat bock wordt het onder de toepassingen der