81 deeling gevonden. De examinator schreef de getallen op herhaalde de vraag totdat deze goed begrepen werd, en verzocht uit het hoofd te rekenen. De meesten hadden ech ter het papier noodig. Velen konden er volstrekt niets van maken, maar deden toch nog heter dan zij, die 12 X 12 of 144 door 18 gingen deelenvelen probeerden met al gebra; anderen verklaarden de vraag «voor onbeantwoord baar" Slechts een klein getal begreep dat de 144 mijlen, die de eerste vóór was, ingehaald moesten worden door mid del van de 6 mijlen daags die de laatste dagelijks op hem won. Onder hen die dat begrepen waren de meesten tot dit begrip geholpen, terwijl zelfs die hulp de minder goeden niets baatte; zeer weinigen, stellig geen 15, zagen het van zelf in. Onder alle adspirantcn is er slechts één geweest, die uit zich zei ven aldus redeneerde: »de tweede loopt in 2 dagen één dag van den eersten in; deze is hem 12 dagen vóór; hij wordt dus in 24 dagen ingehaald." Dat was wer kelijk een knappe, die daarvan trouwens ook in alle andere vakken blijken gaf. Of deze vraag te moeijelijk was, gelijk men door de slechte uitkomsten zou kunnen denkendat laten wij gerus- telijk aan den lezer ter beoordceling over. Ten overvloede zij hier bijgevoegd dat deze en meer dergelijke vragen al tijd eerst ter beantwoording werden voorgelegd aan een paar menschen, die, met een goed oordeel begaafd, van de cij ferkunst volstrekt niets anders kenden dan de vier hoofd regels. Eerst wanneer deze geen oogenblik zwarigheid had den werd de vraag gemakkelijk genoeg geacht. O! men vergt zoo veel van die arme jeugdige knapen hoe jong ook, ze moeten reeds zoo hijzonder knap en geleerd zijn. Misschien is knapen wel het meervoud van knap! Eene andere vraagdie dikwijls gedaan werd om het oor deel van den adspirant te onderkennen, was deze: 15 17 Welke breuk is grooterof 15 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1859 | | pagina 147