10S venstaandehoewel met eenige moeite kunnen opmaken wat in het Nederduitsch ter vertaling opgegeven werd. De volgende regels, slechts een paar uit eene zeer lange schrif telijke vertaling zouden zelfs de Sphinx verlegen maken. Quand Brulus les Palariens avail obliges pour lui leur ville a discretion abadonnéeet par les affaires état du tresor publique et toutes les richesses des habitants avait assuré ve- nail un éclave son maitre avoir du d'or el il disait la verité" Wij zouden bladzijde op bladzijde met dergelijke staaltjes kunnen opvullen, maar mcenen nu al genoeg aangehaald te hebben om te bewijzen dat men niet bovenmatig streng te werk gingals men adspiranten bij wie men eenige kennis der Fransche taal eischen moest, en die der gelijk werk leverden, afwees. Wij zouden eerder zeggen, dat de eischdat men zulke jonge lieden zou toelaten eenigzins overdreven was In het Hoogduitsch was de ondervinding veelal even be droevend. Velen der adspiranten voor de landmagt hier te lande, voor wie eenige kennis dier taal eene vereischle is konden niet eens de Duitsche drukletters lezen. Zulke verta lingen dus als: vWahrend des Sommers»Waren de Romeinen kwamen meermalen voor, en toen men, na op gave der moeijelijke woordeneven als bij het Fransch eene kleine schriftelijke vertaling in het Hoogduitsch vroeg^ kreeg men, onder vele anderen, de volgende stukken ter beoordeeling." i In Turkei treible ein reicher mannen ein armer man von zich ab, welche ihm um ein Wolilthat bilte, mit scheld- wörter und sclilagenund als er ihm nicht tnelir bereichen konte wierpf er ihm ieder mit ein stone. (1) Alle welclien er (1) Hier is de adspirant blijkbaar door zijne kennis van de Engelsrhe taal (voor hem niet vereischt) in de war. Bij dezen, zoo als bij velen, ware het te wen- schen geweestdat rnen zich bepaald had tot de overeischte vakken" in plaats van de jongens met, het niet vercischte »dat alleen bij wijze van uitzondering in aanmerking komtte overladen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1859 | | pagina 171