2 't rumoerigst gehos en ketelmuziek den rusligen en loyalen burger in het oor gekreschendroegen den naam van Car magnoles." Toen de Girondijnsche steden in 't zuiden van Frankrijk zich legen hel schrikbewind verhieven, togen de revolutionnaire benden, zes duizend man sterk, onder den comedie-schrijver Ron sin in compleet carmagnolen-costuum der waarts met roode mutsen, driekleurige vesten, zwarl-ruige - broeken, zwart ruige buizen, onlzagchelijke snorbaarden en ontzagchelijke sabels uitgedost. Wanneer de beruchte Barp.ère, dien de welsprekende Macaulay in zijne Essays zoo te recht aan bet kruishout der verfoeijing van allen, die rechtschapen denken, heeft vastgenageld, in de Conventie een flamboyant rapport, riekende naar burgerbloed doch ge huld in den fulpen mantel eener geveinsde humaniteit, ge liefde uit te gieten; dan had hij volgens velen de groote natie op eene onsterfelijke Carmagnole vergast en zich zeiven cenen burgerkrans gevlochten. Dat nu dit veel omvat tend mode-woord uitsluitend zijnen oorsprong zou verschul digd zijn aan de Piëmonteesche vesting Carmagnola of Car- mignuoladewijl van daar lal van bergknapen als zoo vele Savoyaards met marmot en vedel naar 't luchthartig Frank rijk uitzwermden, heeft nooit bij mij ingang kunnen vin den. Eerder meen ik het er voor te mogen houden dat bij de eerste toepassing dier benaming gedacht werd aan Car magnola' s groolen inboorling, die volgens den slechts nog al te vaak miskenden Machiavelli in diens zoo kernachtige ïslorie Florentine een man waste dier tijde gehouden voor een der uilslekendsten in de kunst van oorlogvoerenen niet alleen een toonbeeld van den krijgsman en partijganger uit de dagen der Condoltiéri maar tevens een merkwaardig voor beeld van de onbestendigheid van 't aardsch geluk. Hij die langen tijd aan vriend en vijand de wet voorschreef, een iegelijk naar zijne pijpen stelde, viel ten laalsten als slachtoffer van Venetië's dubbelhartige achterdocht, en zag zich gevangen in de dichte mazen van een stalen net, waarbij even weinig gedweeë verootmoediging als hartstochtelijk te-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1859 | | pagina 68