4 huwelijk was getreden en in den strijd vóór Monza om de erf-opvolging in 't Hertogdom Milaan Carmagnola's schitte rende dapperheid had opgemerkt. Giovanni Galeazzo Visconti toch had bij zijn overlijden in den jare 1402, door ten gevalle zijner onmondige kinderen naar de rampzalige gewoonte der middel-eeuwen eenc deeling voor te schrijven, de door hem met zoo veel moeite beves tigde heerschappij van zijn geslacht over Noordelijk Italië ten verderve gedoemd. De volgens zijnen uitersten wil optre dende Regentenmeest eerzuchtige bende-hoofdenhadden spoedigeven als de bevelhebbers van Alexander den Ver overaar, het gehied huns meesters tot eigen voordeel in tal van zoo goed als onafhankelijke roofkroclüen opgelostter wijl Galeazzo's oudste zoon Giovanni of Gian Maria, even zwak van geest als verdierlijkt van inborst, aan de onmen- schelijkste wreedheid den vrijen teugel vierde. Aan Facïno Cane gelukte hel eindelijk in 1411 eenheid van gezag op nieuw, doch in zijn eigen naam, in het zoo fel geteisterd Milanee- sche te doen gelden maar toen hij in 't volgend jaar door naar binnen geslagen jicht hopeloos op het ziekbed ter ne- derlag, begrepen de Ghibellinen de wraakzucht van den be reids op Facino's dood azenden Gian Maria alleen door diens moord te kunnen voorkomen. Zij volbrachten hun bloedig opzet op den 16,leo Mei 1412 in de Kerk San Golardo te Milaan, verhaastten hierdoor den dood van den ziellogenden Facino, en riepen alsnu uit zelfbehoud tegenover de partijgan gers, die bij den dood van den geduchlen Condoltiére on verwijld het hoofd opstaken Galeazzo's jongeren zoon Fi- lippo Maria tot Hertog van Milaan uit. In dezen spiegelden zich zijns vaders hoedanighedendoch in flaauwer omtrek ken, in het oog loopend terug. Even sterk als deze op ver overing belust, bezat hij ook even grooten afkeer om zijn eigen persoon aan 't hoofd zijns legers te wagen doch ver trouwde hij, na zijne bevestiging op den Hertogelijken troon* te dezen aanzien geheel op de keuze zijner bende-hoofden die hij even als Galeazzo met doorknede arglistigheid in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1859 | | pagina 70