10 dal niemand er op bezonnen was, hem onmiddellijk in hech tenis te nemen. Carmagnola daarentegen, eenmaal buiten hel kasteel, verloor geen oogenblik tijd, en was met zijn bijhebbend gevolg zoo snel te Jvréa op Savooisch gebied dat Lampugnano, die, tot bezinning gekomen hem nog dacht in te balen, alle vervolging moest opgeven. De Hertog van Savoyë werd thans door den naar wraak dorstenden Carmagnola nopens de vergrootings-plannen van Filippo Maria in 't breede onderricht, en hem werd tot ei gen behoud op het nadrukkelijks! geradenmet de Repu blieken van Venetië en Florence een defensief verbond te sluiten. Amadéo was hiertoe wel niet ongenegen maar be greep toch dat hij zoo veel mogelijk zijn spel gedekt moest houden, en liet aan Carmagnola de taak over, Visconti's vijanden alom op te rokkenen. Deze loog nu (langs eenen omwegten einde niet op Zwitsersch grondgebied te komen) over de Penninische Alpen naar Trenleen bereikte verkleed met twintig dienaren behouden de Lagunen-Stad. Hiermede was evenwel nog geenszins alles gewonnen. Venetiës omzichtige Senaat gedachtig aan de rol, die eens Zopyrus en na dezen uit minder lofwaardige beweegrede nenzoo menig ander met goed gevolg had afgespeeld, was te behoedzaam om den vluchteling onmiddellijk hel volle ver trouwen te schenken, dat deze eischte, al geschiedde zulks ook bij wijze eener bede. Hel klonk nog te vreemd in veler ooren dat de sluwe Visconti den hoofdpijler van zijn gezag als zijnen billersten vijand zou hebben laten aftrek ken; dit was Filippo Maria's gewone staatkunde niet, en lag ook niet in den geest dier lijden. Voor 's hands vermogt Carmagnola alzoo alleen te bedingen, dat Venetië hem met 300 lansen in soldij nam. Ook zou hij jaarlijks 6000 du- caten ontvangen om daarvoor op eigen kosten 100 paarden te onderhouden, ten einde daarmee in Frioulin de Mark van Treviso en waar het den Senaat gelieven mogt dienst te doen; voorwaarden, die menig partijganger het rijke Venetië waardig zou gekeurd hebben, maar voor den nog

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1859 | | pagina 76