11 kortelings zoo machtigen Carmagnoi.a eene grievende teleur stelling heeten moglen. Gelukkig voor hem begingen thans zijne vijanden aan 't Hof van Milaan den groven misslag hem te Treviso door vergift om 't leven te willen bren gen; de poging mislukte, de dader werd gevat, en daarmee aan Venelië's argwaan alle redelijke grond ontnomen. Car- magnola's voorstanders hadden thans gewonnen spelen dreven het door, dat op den 14den December 14*25 de Groote Raad van Venetië zou worden bijeengeroepen om een be paald besluit aangaande het al of niet bijstaan van Florence tegen Milaan te nemen; de Gezanten van beide Stalen, alsmede Carmagnola werden uitgenoodigd mondeling hunne belangen voor die toenmaals zoo geduchte vergadering te be pleiten. Lorenzo Ridolfi, de Florentijnsche Gezant, verkreeg het eerst verlof tot spreken, en uitte zijne bezwaren en wen- schen nagenoeg in de volgende bewoordingen: «Doorluchte «Heeren! we hebben niet opgehouden bij u tot deelneming «in den oorlog legen den Hertog van Milaan aan te drin- «gen. Ons belang vordert dezen bijstand, zulks ontveinzen ®we niet; maar wilt u zeiven toch ook niet ontveinzen, dat iinsgelijks het belang van uw eigen gemeenebest zoodanig «besluit geraden maakt. Bereids heeft Visconti, doordien «onze strijdkrachten niet vereenigd zijn, geheel Lombardië «in zijne macht gekregen gij hebt den Genueezen uwe hulp «geweigerd, en zij moesten hem als hunnen meester erken- «nen. Door u verlaten, zullen ook wij bezwijken, en zal «hij Visconti Koning zijn, om zich weldra ten uwen eigen «kosten de Keizers-kroon op het hoofd te plaatsen. «Sedert zijn geslacht den Ilerlogelijken troon beklommen «heeft, zagen wc ons verplicht dit te bestrijden, en weejt «er aan gedachtig, dat gij dezelfde rechten als wij hebt op «der Visconti's vijandschap. De Hertog is nog meer gehe- «ten op onze onafhankelijkheid, dan op onzen voorspoed. Het «is een aan alle Vorsten eigen hartstocht, getuigen Philip- ïpus van MacedoniëMituridates en Carrara om al 't geen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1859 | | pagina 77