is
Tolentino iemand, die hem als bedreven vestingbouwineester
met beleid en geestkracht kon en wilde ondersteunen zoo
dat Carmagnola het zonder te grootc vermetelheid wagen
kon, zelfs bij eene te wachten poging tot ontzet den kamp
der volharding te aanvaarden. Te recht begreep hij echter,
dat hel hierbij vooral op eene goede dekking aankwam, en
011 er voorlichting van Tolentino liet hij niet alleen tusschen
de door hem bezette stads-wijk en de buitenwerken eene 7
el breede en ruim 4 el diepe gracht graven, maar hij be
sloot zelfs de gansche stad met al hare werken door eene
omwalling in te sluiten en tevens legen het aanrukkend leger
van Filifpo Maria eene tegenwalling op te werpen, waartoe
hij den benoodigden grond uit twee grachten van gelijke
breedte en diepte als voornoemde vinden moest. Beide wal
len waren trouwens op bepaalde afstanden voorzien van bol
werken of uitspringende wapenplaatsen waarin grof geschut
geplant werd, dat juist te dier tijde meer en meer in gebruik
kwam en waartegen de bemuringen der steden kwalijk be
stand waren. Inmiddels vorderde de vermeestering der
straten en pleinen slechts langzaamte meer daar 't Mila-
neesche leger ter sterkte van Carmagnolas gansche macht
tot ontzet kwam opdagen en diens legerplaats onophoude
lijk bestookte. Filifpo Maria echter hadmisschien wel
uit beduchtheid voor den overmoed eens enkelen vier on
derling nagenoeg onafhankelijke Condotliéri-hoofden tot aan
voerders van zijn leger gekozen, Pergola, Torelli, Picci-
mno en Sforza, en deze waren het natuurlijk slechts al te
dikwerf oneens over de te nemen maatregelen zoodal Car
magnola gaandeweg onder hun oog het benarde Brescia voor
zijn geweld deed bukken. Op den 20sie» November 14-26
was clan ook door de capitulatie van de citadel de verove
ring dier stad voldongen.
Niet kunnende slagen in de oplossing van het bondge
nootschap, en inziende dat zijne benden niet opgewassen
waren legen die van de tegenpartij besloot Imlippo Maria
door gedeeltelijke bevrediging van eens ieders wenschen,