23 Venetië, Florencede Markgraaf van Montferrat en ver scheidene kleine Vorsten en ITeeren waren leden van het nieuw verbond tegen der Milaneezen overwicht. Op den 303lsn Mei 1431 aanvaardde Carmagnola in den Dom te Brescia met groote plechtigheid den commando staf als Ka pitein-Generaal. Hij had echter kort te voren bij het ope nen van den veldtocht eene ergerlijke teleurstelling onder vonden, welke de nooit ingesluimerde achterdocht zijner meesters, de Tienmannen van Venetië, op nieuw tot het ergste wantrouwen deed aanwakkeren. Hij had zich name lijk er meê gevleid, dal de Milaneesche bezettingen le Lodi en Soncino hem toegenegen warenen alzoo met dier be velhebbers onderhandelingen aangeknooptwelke schijnbaar met welgevallen waren opgenomen doch later bij uitzicht op grooter belooning aan Visconti zeiven meegedeeld. Men liet hierop te Soncino eene door Carmagnola vooruitgezon den afdeeling troepen volgens afspraak heimelijk binnen maar toen Carmagnola zich in persoon met het gros zijner benden vóór de plaats vertoonde en op geenerlei tegenkan ting bedacht was zag hij zich plotseling omsingeld door de troepen van Sforza en Tolentino welke laatste zich thans mede in dienst van Milaan bevond. Hel kwam hem wel slechts op 1600 gevangenen te slaan die hem volgens ge woonte reeds daags daarop werden teruggezonden en alleen op nieuw moesten worden uitgerust; maar de teleurstelling was voor hem des te grievendernaar male hij zich vaster met eenen zekeren uitslag had gevleid. De Venetianen hielden 'l nu onmiddellijk voor uitge maakt, dat Carmagnola in verstandhouding stond met zijnen vroegeren meester en alleen den schijn wilde redden. Dien ten gevolge besloten zij de hoofdrol in 't verder beloop van dien veldtocht bij de beoogde vermeestering van Cremona op te dragen aan de vloot, hetgeen natuurlijk den wrevel van Carmagnola die hunne ware meening trouwens geenszins doorschouwde, nog niet weinig deed toenemen. Sedert wer den dan ook zijne gedragingen van dien aard, dat er voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1859 | | pagina 91