27 last en nam maatregelen, welke hem in dit geval de over winning moesten verzekeren. Inmiddels scheepten Sforza en Piccinino, onder dekking van ccncn dichten nevel hunne beste soldalen in. De Vcneliaansche Admiraal Nicolo The visano was spoedig heter onderricht dan de Opperbevelheb ber te land, en vroeg dringend om bijs'and; maar Car- magisola, vertrouwende op zijne berichten en bovendien geens zins geneigd de vloot in hare plannen meer dan volstrekt onvermijdelijk te ondersteunen, weigerde alle versterking. De begoochelingwaarin hij verkeerde, hield niet op voordat Eustacio Pasino met de Milaneesche vlootdoor eene ge waagde maar goed uitgevoerde beweging, de Venetiaansche schepen van den linker oever afgesneden had. Thans kon er van_ondersteuning geen sprake meer zijn, en Trevisano moest den kamp met zijne matrozen voldingen. De strijd (23 Junij 14-51had weldra geheel het karakter van een al lerhevigst gevecht op den vasten wal. De grootc Veneti aansche schepen lagen door eenen plolselingen val van 'l water zoo goed als op het droogemet hunne hooge hoor den als zoo vele verschansingen dicht aanééngesloten. Beide partijen streden met de felste verbittering; de oude haal tusschen de Genuëezendie het meerendcel van de beman ning der Milaneesche vloot uitmaakten en de Venelianen dorstte naar voldoening. In aantal en bewapening overmach tig, enterden en heklommen de Milaneezen het eene schip na het andere, en joegen de bemanning over de kling of maakten haar krijgsgevangen. De vertwijfeling der Vene lianen, die thans op hun eigen element hel onderspit dol ven dreef deze de verdediging zoo lang mogelijk voort te zetten ten laatsten moesten zij echter allen tegenstand op geven. Acht en twintig groote galeijen en twee en veertig kleinere vaartuigen streken de vlag; 2300 man verloren hel leven, en de buit was onmetelijk. De Admiraal had zich nog in eene boot kunnen redden, en kwam behouden op onzijdig grondgebied aan hem trof echter de wraak van t wel verbijsterd, maar niet ontmoedigd Venetië in de eerste

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1859 | | pagina 93