30
het hoofdkwartier aan infanterieartilleriepionniers pon
tonniers, slafkavalleriewerklieden enz., niet minder dan
10 bataillons en 6 eskadrons gebruikt werden. Dit alles
te zamen maakte nog een 50,000 man uit.
Tot het leger van Silezië behoorden nog: het 4C Duilsche
bondskorps onder den Keurprins van IIessen, en bet 5° on
der den hertog van Saksen-Cobcrg te zamen een 44,000
man uitmakende. Beide legerkorpsen bleven echter op den
regter Rijn-oever.
Tot het leger van het noorden kunnen laternog gere
kend worden het Zweedsche leger20,000 man het korps
van Walmoden, 13,000 man; het 2U korps bondstroepen
onder den hertog van Brunswijk, 22,000 man; aan Holland-
sche troepen 10,000 en aan Engelsche 9,000. Geen dier
troepen-afdeelingen is echter werkzaam geweest in Frankrijk.
De legers der bondgenooten zoo geducht door het getal
waren het niet minder door hunne oefening en door den geest
welke die legers bezielde; terwijl Napoleon's bataillons voor
een groot gedeelte uit jongelingen bestonden, die zoo op het
oogenblik de spade met het geweer hadden verwisseldzoo
was een goed gedeelte van de magt der bondgenooten tot
beproefde soldaten gevormd door de veldtochten van 1812
en 1815. De Russische scharen, van de grenzen van Azië
opgerukt, waren overwinnend Europa doorgetrokken en,
dorstend naar zegebuit, wilden zij nu de verwoesting hun
ner hoofdstad, door de verwoesting van die des vijands,
wreken. De Pruissische legers, door eene hoogopgevoerde
geestdrift bezield en door moedige bevelhebbers geleid, had
den in den veldtocht van 1815 de schande van Jena uitge-
wischt; niet rusten wilden zij nu, voor dat de vrijheid van
Europa verzekerd was door den val des dwingelands. Oos
tenrijk, de nadeelen zoekende te herstellen in zoo veel vroe
gere oorlogen ondervondenhad zijne sterke en dappere
legers naar Frankrijk doen oprukken; en de overige Duit-
