ol sche vorstenmedegesleept door liet voorbeeld der groote stalen en door den stroom van het algemeen gevoelen spanden hunne uiterste krachten in om de onafhankelijkheid van hun vaderland te verzekeren. De legers der bondge- nooten waren dus, in het algemeen zamengesleld uit goed- gcoefendein den oorlog geharde soldaten; en hoe vreemd soortig die zamenstelling ook noodwendig moest zijnzoo werden toch de verschillende deelen dier legers door dezelfde geestdrift bezield, door dezelfden haat tegen den vreemden veroveraar, door dezelfde zucht om de vroeger geledene onderdrukking te straffen en de herhaling daarvan voor al tijd te voorkomen. Wanneer wij zoo het oog slaan op de sterkte en zamen stelling der beide partijen, dan is het bijna, als of de wederstand onmogelijk is als of de strijd geen oogenblik kan duren. En werkelijk zoude het zóó zijn wanneer hierbij niet nog een ander element in aanmerking kwam, en wel: het beleid der aanvoerders. En hierin bestond het grootste verschil: bij de bondgenootentraagheid, vreesachtigheid, onbekwaamheidbij hunne vijanden een legerhoofd dat in ouderen noch lateren tijd, is overtroffen geworden, en datin zijne verhevene loopbaan mogelijk geen schitteren den veldtocht kan aanwijzen dan die van 1814. Alleen door dit verschil in de bekwaamheid der aanvoerders is het mo gelijk geweest dat de wederstand nog drie maanden heeft geduurd. Wie de eigenlijke aanvoerder bij de bondgenooten was, valt moeijelijk te zeggen. Wel bevonden zich de Russische Keizer Alexander en de Koning van Pruissen bij de legers later, kwam ook Keizer Frans van Oostenrijk, maar zij bevonden zich te veel achterwaarts van die legersdan dat zij de bewegingen regtstreeks konden besturenzij waren echter te nabij dan dat zij geheel zonder invloed zouden zijn gebleven op de handelingen der veldheeren. Het naast 3.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1860 | | pagina 103