overwinnelijkheid verdwenen, li ij was nicl meer het opper
hoofd dat ecne geheele natie inet vertrouwen en geestdrift
wist te bezielenen dat slechts met den voet te stampen
had op den vaderlandschen grondom uit dien grond legers
te doen rijzen; der Fiansche natie was hij onverschillig,
afkeerig geworden; geen weerklank vond zijn wapenroep
hij haar; en het verraad smeedde reeds zijne aanslagen tot
den val der keizerlijke heerschappij. Hij was niet meer de
aanvoerder van talrijke, geoefende, nooit verwonnen legers;
die legers hestonden niet meer; en met een handvol zwak
ke, ongeoefende, slecht uitgeruste en mocdelooze soldalen,
moest hij het hoofd bieden aan de reuzenrnagt zijner vij
anden, die, met meer regt dan eenmaal de vijanden van
Fkederik IIin vergelijking van hunne ontelbare scharen
Napoleon's klein leger acena Parijsche wachtparadehadden
kunnen noemen.
Geheel Europa te bestrijdenmet geene andere middelen
dan eene onverschillige of vijandige natie, en een zwak,
moedeloos legerhier was op geene goede uilkomst te
hopen. Desniettemin, houdt Napoleon den strijd vol, en
vindt in zijn genie hulpmiddelen om de zege zijner vijanden
te vertragen, die zelfs onzeker te maken. Hij weet den
moed van zijn leger weer op te wekken; hij vordert, zwak
werktuig als het is veel meer daarvan als de bondgenoolen
van hunne betere, oneindig sterkere legers; de minderheid in
getal vergoedt hij eenigzins door den spoed der bewegingen;
met bliksemsnelheid vliegt hij van hel eene punt van het
krijgslooneel naar het anderezwaregedurige marschen
worden afgewisseld door telkens herhaalde gevechten en veld
slagen; tegenspoeden, nederlagen, worden oogenblikkclijk
door nieuwe aanvallen vervangen, door overwinningen uit-
gewischt; overal last hij de verdeelde magl der bondgenoolen
aan, en weet hun, door overmaat van stoutheid in verwar
ring te brengen, schrik in te boezemen; en die vijand,