39 De bajonet wordt van het geweer genomende cigaar op gestoken en een algemeen gezang getuigt van de opgewekte stemming. Zoo verdwijnt de weg onder de voeten. Daar gaat reeds aan liet hoofd een luid hoerah op de voorsten hebben de tenten in het gczigt. Door de laatsten wordt de juichkreet herhaald. Niet lang daarna is de gewenschte grond betreden en kunnen allen hunne tenten in bezit gaan nemen en in orde brengen terwijl wij er een blik op werpen. Het kamp bestaat uit drie dubbele rijen tenten voor de drie kompagnieën bestemd, waarin de kadels verdeeld zijn. Elke dubbele rij sluit eene breede straat in. Vier kadets betrekken gezamenlijk eene tent. De oudste van hen is er voor verantwoordelijk, dat alles volgens het bestaande voor schrift ingerigt is: elk kleedingstuk heeft zijne bestemde plaats. De grootste ruimte in de tent wordt ingenomen door het gemeenschappelijk strooleger. In iedere kompagnie dienen de achterste tenten lol berging der wapenen. Tegen elke der buitenste rijen sluit eene rij tenten aan waarvan de openingen naar buiten gekeerd zijn en die bestemd zijn voor de onderofficieren de oppassers voor de berging van meetinstrumenten als anderzins. Loodregt op deze tentenrijen en achterwaarts daarvan bevindt zich de rij officierstenten acht in gel al en van de voorliggende tenten door eene breede straat gescheiden. Deze zijn bestemd voor de lui tenants, waaronder een adjudant van het kamp en een officier van gezondheid. Zij zijn aan de voorzijde voorzien van eene zoogenaamde loofhut met zoden banken bevatten een planken vloer, eene slaapstede, tafel, stoelen, kastje, kortom alle noodige meubelen. Nog meer achterwaarts staan drie hoofdofficierslenten de eerste bestemd voor den kapitein- kommandant van het kampvan de beide andere kunnen de kadets gebruik maken bij het vervaardigen van teeke- ningen als anderzins. Achter de hoofdofficierstenten bevindt zich eene groote ruimte, die aan de achterzijde begrensd wordt door de tent voor de tafel der officierendoor de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1860 | | pagina 111