58 Belioell gij nu, 0111 lol deze slotsom le komen, allijd zulke aan alle eischen der kunsl voldoende litteratuur of «doet een klein stukje glas uit een ouden scheerspiegel u «niet even goed zien dat ge een scheven neus of ecu loenseh »oog hebt als de prachtigste Psyche?" Accoord van Putten riep mijn vriend uit en reikte mij de hand, «maar duid mij niet ten kwade als ik alleen op- merk dat in allen gevalle het stukje glas een spiegel moet 11 zijn, en dal men er niet genoeg moeite aan kan besteden »om hem vooral helder te maken." Hoewel een cents prent ons zelfs dikw ijls beschaamther nam ik, »zoo kan ik mij volkomen daarin met u vereenigen, »dal men den vorm en hel uiterlijk zoodanig moet inrigten «dat het beschaafde publiek ze als aangename sieraden koopt »en zich niet verzadigen kan met zich zeiven en anderen er »in le spiegelen. «Alles bij elkander genomen, amice, heb ik zoo goed zoo kwaad mogelijk mijne camera obscura opgelapt en gelijmd; «maar het is toch nog allijd een wrak toestelletje gebleven »de glazen zijn er ook niet beter op geworden; maar hebt «gij rnoeds genoeg nog eens mede op het glas te zien ofte «luisteren naar hetgeen ik er van vertellen zal zoo blijf «dan ernstig in dit bock kijken en sla op bepaalde tijden de «bladen om. «Hebt gij geen moed genoeg, ga dan, voor mijn part, «wandelen of een sigaartje rookenmaar misgun mij niet «dat ik mij nog eenige oogenblikken warme aan oude souvenirs. Wat gij zien zult, vormt wederom geen zamenhangend «geheelmaar het zal u toch eenige zaken doen zien die gij «als ongehuwd man, welligt niet geheel zult versmaden." «Nu, dag Kanshoud je maar goeden beterschap t'huis." «Bankje, meneer! de zegen! en as uwé meneer Verlinde «ziel, zult uwé het dan niet vergeten?"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1860 | | pagina 130