70 De korpsgeest,, dat punt van het geloof van den militair, bereikt bij de Zouaven zijn toppunt. Vele gemeene soldaten onder ben zouden bun tulband niet willen ruilen legen onder officiers-strepen in andere korpsen. Tusscben officieren en soldaten bestaat eene verbroedering, die verre van aan de krijgstucht te schaden, bare banden nog vaster snoert; de officier ziet in den soldaat niet zoo zeer een mindere als wel een medgezel in gevaren. De kolonel is geacht en bemind door zijne soldalen, die in hem den vader zien des huisgezins; als hij een bevel geeft, is hij zeker dat bet met zorg wordt uitgevoerd. Een en ander doel begrijpen, waarom de Zouaven zulk eene groote vermaardheid verkregen hebben. Nu zullen wij overgaan tot de geschiedenis van bet 2de regiment. De maarschalk de Saint Arnaud deed, als Minister van oorlog, in Februarij 1852, den President der Fransche Re publiek opmerken, hoe noodzakelijk het was, een blijvend leger in Afrika te vestigen; en onmiddellijk werd bij be sluit van den 13 Februarij 1852, de vorming van drie regi menten Zouaven vastgesteld; de drie bestaande bataillons werden elk de kern van een der regimenten. Het 2dc regi ment werd te Oran gevormd, waarbij bepaald werd, 1°. dat de officieren der infanterie die daartoe door den Minister werden aangewezen in hunne rangen in de regimenten Zouaven zouden worden overgeplaatst2°. dat de soldaten en het kader uit de geheele infanterie van bet leger zouden worden getrokken. Zoodra de oprigting van drie regimenten Zouaven bekend werd, wist men in het Fransche leger niet, hoe men maar de gunst zou verkrijgen daarbij geplaatst te worden. De officieren en soldatendie in Afrika gediend hadden, deden deze daadzaak gelden ter hunner toelating; die, welke in het tegenovergestelde geval verkeerden, be weerden, dat men hun nu in de gelegenheid moest stellen den vuurdoop te erlangen. Allen wilden eene uniform dra gen, die reeds zoo verheerlijkt was door schitterende wa penfeiten. De maarschalk de St. Arnaüd, een juist beoor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1860 | | pagina 142