87 volgenden morgen tusschen vijf en zes uur, en die van het centrum tusschen zeven en acht uur vertrekken. Prins Napoleon zeide voorts nog tot den kolonel van het 2de regiment Zouaven ter zijde: «Daar ik weet, hoe dapper »uw regiment is, zal ik het den gevaarlijkslen post, dien, >waar het meeste roem te behalen is, aanwijzen." De ko lonel bedankte den prins uit den grond van zijn hart, en betuigde hem Zoowel voor zichzelven als voor het regiment dat de Zouaven zich zijne achting zouden waardig maken. Daar het centrum van het leger zich eerst twee uren na het vertrek der vleugels op marsch moest begevendeed zich de reveille wat later hoorenmaar de Zouaven waren reeds lang op en hielden zich bezig met hunne koffijof met hunne geweren schoon te maken en te herladen. De kolonel riep de officieren en onderofficieren bijeenop geringen afstand van de soldatendie (zoo als wel te be grijpen is) geheel oog en oor waren en gaf hun zijne bijzondere bevelen voor het gevechtvervolgens sprak hij het regiment aldus aan: «Gij zult in den slag geplaatst «worden, tusschen de Zouaven van het 1st0 regimentuwe «waardige mededingers naar roem, en de Engelschen «Frankrijks oude vijanden, thans onze bondgenooten. Ie- dereen onder u moet zijne eer gekrenkt rekenen, als men »u op den weg des gevaars vóórgaat. Herinnert u allen, «dat gij zonen zijt uit het heldengeslacht, dat het begin «dezer eeuw door zijne veroveringen deed schitteren; en dat «gij geroepen zijt, om in een tweeden Europeeschen oorlog «het tweede Keizerrijk door nieuwe overwinningen te ver sheerlijken." Voorts eindigde hijhen op het Russische leger dat de voorliggende hoogten bezette, wijzende, aldus: «Gij zult in «de eerste linie geplaatst worden, gij zult eene rivier moe sten overgaan, u door digt kreupelbosch en legen steile «hellingen te begeven hebben; wanneer gij eenmaal het ge- svecht begonnen hebt, moet gij op de Afrikaansche manier «te werk gaan. Wanneer uwe eerste pogingen slagen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1860 | | pagina 159