94
tig- uren op wacht te zijn geweest, dat op het oogenblik,
waarop de soldaten rondom het bivouakvuur hunnen vrolij
ken maaltijd gingen beginnenen reeds vooruit den aan-
genamen geur der turlutine (een geregtbestaande uit be
schuit, rijst en spek, de voornaamste voeding van den
Franschen soldaat te velde) begeerig opsnoven het bevel
kwam om weer terug te keeren om de door een uitval be
dreigde werkers bij te staan. In zulke oogenblikken was
de Zouaaf wel een oogenblik misnoegd, bijna zooals de jagt-
hondwden zijn meester een been afneemt. Het was in
derdaad een droevig werk, de weelde van het kamp te
moeten verlatenen met eene ledige maag den mollenoor-
log (zooals de soldaten den vestingoorlog noemen) te gaan
voerenmaar eenige bemoedigende woorden van de chefs
waren voldoende om de gezigten weêr op te klaren. Men
gehoorzaamde bijna met vreugde.
Aan den slag van Inkermann 5 November 1854 namen de
Zouaven wel deel doch zij waren veroordeeld om er eene lijd-
lijke rol in te spelen, waarbij zij echter eenige verliezen leden.
In weerwil der aanhoudende zorg hunner chefs hadden
de soldaten voor Sebastopol toch veel ongemakken te ver
duren. In de maand Januarij bragten zij dikwijls vier en
twintig uren door in de sneeuw zonder vuur of beschut
ting. In Februarij werd het wat minder koud, maar dik
wijls viel er in dit zachte weder tegen den avond een
motregen, die alles vochtig maakte; werd het in den na
nacht wat kouderdan werd alles met eene ijskorst over
dekt. Gedurende deze harde beproevingen, gaven de officie
ren en onderofficieren den soldaat het voorbeeld van pligts-
betrachting en onderwerping. Door eene aanhoudende en
zware dienst verzwaktverzetten zij zich tegen de ziekten
ten einde hunne plaatsen in het gelid weer te kunnen
innemenwanneer het er op aan kwam om tegen den vijand
op te trekken. Velen betaalden deze edele zelfverloochening
met hun leven. De luitenant Plazollcs een officier, met
ijver en geestkracht bezield, bleef, hoewel hij ernstig