9S werken het hevigste vuur uilgaal, veranderen de vier ach terste kompagniën van de eene kolonne van rigting, en nemen de Russische hinderlagen met de bajonet. In wei nige oogenblikken is het midden van liet terrein geheel schoongeveegd. De linksche aanvalskolonne gaat door een diep ravijn en kan niet aan het gevecht deelnemen voor dat het eerste bataillon reeds hevig aan het vechten is. Vier kompagniën komen in den stormpas aangesneld; het is zoo donker, dat de Fransche troepen op het punt zijn, elkander met de bajonet aan te vallen, maar gelukkig wordt de order, dat men niet vuren mag, door de Zouaven strikt opgevolgd. De Russen hadden de voorhoeden der beide kolonnes door hunne hinderlagen laten trekken; weldra stooten de Zouaven op de geheele vijandelijke magi, die in kleine carrés is geschaard. Zoodra zij de zekerheid hebben dal zij Russen voor zich hebben, ontstaat er een woedend gevecht waarbij men zich alleen bedient van de bajonetten en geweerkolven. Daar worden de luitenants Baratchard en Bartel te midden hunner soldaten gekwetst. De generaal de Monet wien het terrein den opmarsch zeer moeijelijk maakt, komt niettemin weldra aan de eerste hinderlagen met het bataillon mariniers. Hij is genoodzaaktdaar hij door verscheidene geweerkogels is getroffen, aan den kolonel Cler het bevel over te geven dien hij bij zich heeft ontboden; met eene laatste inspanning van krachten wijst hij de soldaten, die hem volgen, op de Russische verschansingen, en roept uit: «Volgt mij, »daar moeten wij in!" Een gedeelte der troependie de nadering van het werk beletten is verdrevenen de kolonel Cler laat den aan val blazen, en keert naar de verschansing terug. Nadat het eerste vuur der Russen van achter de borstwering door gestaan was worden de schanskorven die op de contrescarp staan, omvergeworpen en men gaat over de niet breede maar diepe gracht; het lste bataillon van het regiment Seliginsk wordt achteruit gedreven of ueergeslootenen de Zouaven

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1860 | | pagina 170