101
hun toe: «Waar gaat gij heen; hebt gij den aftogt niet
i hooren blazen?' »Zoo kolonel zijt gij het," was het
antwoord dezer flinke soldaten, «wij hadden vernomen, dat
'gij krijgsgevangen waart, en wij gingen u terughalen, al
»ware het ook uit het midden van Sebastopol."
Er kan voor die bewonderenswaardige soldaten geene schoo
ner loftuiting bestaan dan hel vermelden dier eenvoudige
en edele woorden die getuigen van eene grenzenlooze doods
verachting. Van het 2de regiment Zouaven werden hij dezen
nachtelijken aanval van de 25 daarbij tegenwoordige officieren
18 gedood of gekwetst, en van de onderofficieren en de
Zouaven 200. Er bleven 63 dooden en 13 gekwetsten in
de vijandelijke verschansingen.
Laat ons verder eenige bijzonderheden vermelden. Den
kapitein Sage wordt het dijbeen verbrijzeld, terwijl men zich
met geweld een doortogt zoekt te banen en hij valt naast
zijnen kolonel nederhij wordt door de Russen naar Sebas
topol vervoerden sterft daar den volgenden dagniette
genstaande de zorgvuldige verpleging, die hij genoot. In
den nacht van den aanval bragt zijne dienst mede, dat hij
daarbij niet tegenwoordig behoefde te wezen; hij stond er
evenwel op om zijnen kolonel te vergezellen als vrijwilliger,
en deze overgroote dienstijver kostte hem het leven.
Den kapitein Boree wordt ook het dijbeen verbrijzeld
en hij sterftnadat hem het been was afgezet. In weerwil
dat hij verscheidene dagen in zijne tent gevaarlijk ziek had
gelegen had hij toch zijne kompagnie in het gevecht willen
aanvoeren. Hij voerde zijne manschappen onverschrokken
naar den vijandelijken linkervleugel, en werd getroffen toen
hij in de redoute kwam.
De kapitein Doux valt doodelijk gewond op de borstwering
neer, en zegt lot zijne soldaten, die hem willen vervoeren:
Neen neenlaat mij hier maar stervenik heb nog maar
«weinige oogenblikken te leven. Keert naar het gevecht
«terug, waar uwe tegenwoordigheid vereischt wordt." liet
kruis van het Legioen van Eer van kapitein Doux werd
door den kolonel Cler aan diens ouden vader gezonden.