112
wat las ik: Eerst het motto: Die geeft wat hij lieeft, is
ivaard dat hij leeft." Ik begon mij te oriënteren en toen
ik aan liet einde van het verhaal zag staan »V.i....N, Kadetf
was mij het raadsel geheel en al opgelost hoewel ik nog
even verheugd was en zeer tevreden dat die naam die er
niet was mijne opmerkzaamheid had gaande gemaakt. Ik
doorliep het geheele stuk en het was mij alsof de schrijver
hoewel hij beweert geene bepaalde personen te beschrijven
zich iemand voor oogen had gesteld als modelten minste
ik werd zoodanig medegesleept door zijne woordendat ik
volzin voor volzin bij elkander paste en op het laatst eene
figuur voor oogen kreeg die mij zoo bekend toescheen dal
ik begon te meenen dat het niet anders kon of de schrij
ver moest, in eene omgekeerde ordeuit de bekendheid van
het geheel tol de beschrijving der détails gekomen zijn.
Ik was aan het einde gekomenen het resultaat van mijne
lezing was het gezegde»IIoe jammer dat die camera-obscura
zoo bedorven is
Werkelijk het speet mij te moeten lezen dat de geheele
toestel in elkander gevallen was en hoewel ik mij overtuigd
hield dat ik hem toch niet zou kunnen herstellen besloot
ik den volgenden Zondag te gebruiken om het eigendom van
mijn voorganger eens te bezigtigen en zoo mogelijk lant
soit peu in orde te brengen want ik was nieuwsgierig om
dat wonder te gebruiken en daardoor in staat te worden ge
steld karakters te beschouwen en te leeren kennen.
Zoo gezegd zoo gedaan. Ik vond op dien bewusten
Zondag werkelijk de geheele earnera-obscura, maar in welken
toestand? Geheel uit elkander, het glas vol olievlekken,
in één woord zooals zij door den vorigen eigenaar verlaten
was. In weinige uren echter had ik haar weder in elkander
gezet en ik verbeeldde mij nu dat ik ten minste wel iels
zou kunnen waarnemen en hierin bedroog ik mij niet.
Maar hetgeen ik zag, was zoo gebrekkig de omtrekken wa-