117 in dal spiegelglas bekeek, kon ik mij niet verbeelden dat dit dezelfde persoon was die nog even te voren zulk een schoon beeld in dien zelfden toestel waarnam en ondanks mij- zelven drongen zich bij mij de woorden op: «Ik ben maar kadet f' Ontmoedigd zette ik mij ter zijde en gaf mij toen aan mijne oude gewoonte over. Hoe dikwijls dacht ik worden die woor den niet in verschillende toestanden gebruikt om zoo ge heel onderscheidene zaken mede uit te drukken. Ik ging die toestanden na, en ziet hier wat mijne mijmeringen op het matte glas van mijn geest tertigkaasle: Het is 'smorgens elf ure. De vader des huizes zit op zijn bureau, terwijl de moeder, geholpen door bare dochtersalles in gereedheid brengt voor het tweede ontbijt. De eenige geliefkoosde zoon die de vorige maand de zware proef heeft doorgestaan van een examen voor de Militaire Akademie gevoelt zich menschontslagen van de banden eener school en verlustigt zich aan de stadgenooten te laten zien, dat hij niet meer op school gaatmaar zoo onafhankelijk is voor zijn eigen genoegen te kunnen wandelen. Op eens wordt door den knecht een telegraphisch berigt op het bureau gebragt. Met bevende handen opent de vader het papier en beurte lings bleek en rood wordende werpt hij zijne pen zoo haastig optafel, dat de knecht hem in angst de vraag doel: »of er een ongeluk gebeurd is De vader geeft zich den tijd niet te antwoorden, maar uil allen de woorden: »Hij is kadet!" terwijl hij naar Mama en de dochters snelt met denzelfden uit roep "Hij is kadet!" En eer vijf minuten verloopen zijnweerkaatsen niet alleen de muren van dat huismaar ook die der woningen van alle mogelijke vrienden en bloedverwanten van den vreugde kreet«Hij is kadet!" De jongeling zelf is evenzeer ver heugd, maar kan toch van dat oogenblik af, bij alles wat hij doet niet nalaten wat ernstiger te denken «Ik ben kadet!"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1860 | | pagina 189