118 woorden waaraan hij waarschijnlijk een andere beleekenis geeft dan zijne ouders en bloedverwantenen is hij eenmaal de poorten der Akademie binnengetredendan denkt hij nog dikwijls hetzelfde al weder, met eene andere wijziging inde beteekenis dier woorden en ziet hij terug op dien vroegeren tijd van onafhankelijkheid, op dat dolce far nienleen wenscht hij dagelijks meer en meer naar den tijd dat hij zeggen kan »lk ben kadet geweest!" En terwijl de zoon dan alle moge lijke moeite doet om zich staande te houden in zijne (ten minste in den eersten tijd), onaangename positie zijn de ou ders trotsch op zulk een kinden als eenige goede vriend (waarschijnlijk om den vader genoegen te doen) met een belangstellend gelaat vraagt »IIoe gaat het toch met uwen zoonik heb hem sints geruimen tijd niet gezien ant woordt deze: Hij is kadet!" op een toon waarin opgesloten ligt: nBen ik nu niet honderd per cent in uwe achting ge rezen?" Maar als men eens kadet is, o! dan hoort men die woor den schier iederen daghoewel niet altijd in dezelfde be teekenis. Ik wil u een tegenhanger schilderen van het voorgaande tafereel. Het is twaalf uren 's namiddags. Mevrouw met hare dochter zijn niet naar de kerk geweest en dien ten gevolge nog niet gekleed maar bezig om te zamen op haar gemak verster king te zoeken voor het ligchaam (deze wordt des Zondags nooit verzuimd al heeft men die voor de ziel ook eens eene week uitgesteld), in de geurige koffijmet de welriekende spijzen. Op eens worden zij in deze zoo aangename en nut tige bezigheid gestoord door den schellen klank der huisbel die de nadering aanduidt van een gast. Verschrikt roept de moeder, met het oog op haar negligé en dat barer dochter: »Och Guiselda, zie eens wie er is!" met het voornemen om bepaaldelijk belet te geven indien het een bezoek is. Gedeeltelijk verborgen achter de hoogedon-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1860 | | pagina 190