126
onderwijs ontstaan twee hoofdgebrekenin de eerste plaats
loopen de leerlingen die geen examen behoeven te doen
groot gevaar van in vele opzigten verwaarloosd te worden
in de tweede plaatswordt er veelal met zoo veel ijver en
vuur aan hel klaarmaken" van de «jongens voor Breda"
gewerkt dat dezen geen tijd gelaten wordt aan iets anders
te denken dan aan het «Examen,"dat hun als een drei
gend spook voor oogen zweeft en hun veel hunner eigen
aardige onbevangenheid'" en in vele gevallen zelfs een groot
deel van hun frisschen levenslust, de mede ontwikkelende
kracht van den knaapbeneemt. Daarenboven mist de ge-
heele inrigting éénheid; het onderwijs wordt verbrokkeld en
versnipperd: men zal ook bekennen dat bet eenc uitzonde
ring is als de eene afdeeling niet op kosten van de andere
volmaakt wordt.
Menige ervaren onderwijzer zal ons dit moeten toe
stemmen maar hij zal ons tevensen met regtop de
bezwaren wijzen, welke hij te overwinnen heeft eer zijne
geheele sehool zóó ingerigt kan zijn dat de opleiding van
jongelieden voor Breda niets is waarlegen hij behoeft op te
zien, of lot welker gelukkige volbrenging hij geene buiten
gewone maatregelen moet nemen.
Een der grootste moeijelijkheden waartegen de hoofd
onderwijzer te kampen heeft, is de volgende een Instiluleur
begint met een klein aantal leerlingen hij is in staat zelf
het grootste gedeelte van het onderwijs op zich le nemen.
Hij gaat verstandig te werk er is eenheid en oordeel in de
leermethode na verloop van eenigen tijdals de ouders
hem laten begaanbrengt hij zelfs zeer middelmatige jonge
lieden op de Akademie.
Maar nu verandert de zaaken krijgt een geheel ander
aanzien. Na afloop van het examen wordt hij overstroomd
met aanzoeken van oudersdie hunne kinderen aan zijne
voortreffelijke zorgen willen toevertrouwen, liet is moeije-