132
zegt. Wij gclooven niet dat door te vragen »wat een consul
een stadhouder, een rijks-advocaat, een volkstribuun eigen
lijk waren/' men gevaar loopt van xallerlei onzin over
staatsregt in de scholen te doen uitkramen.'
Zoo ver wordt het niet gedreven dat men op het examen
in alle kleinigheden treedt of er uitleg van vergt. Wij
zoeken alleen algemeene gezonde begrippen waarvoor de
knaap vatbaar is, en kunnen ons niet vergenoegen met
i klanken'' waaraan hij geene beteekenis hecht.
Men vergete ook niet dat het examen te Dreda altijd een
vergelijkend examen blijft. Dal is geene mindere kwelling
voor den examinator dan voor den adspirant men sla toch
slechts het oog op de tabel aan het begin van dit stuk en men
zal zich een denkbeeld kunnen vormen hoe moeijelijk de
taak der Commissie is. Daar zijn slechts 4 plaatsen voor de
kavallerie hier te lande en 28 adspiranten Voor de ar
tillerie 10 plaatsen en 39 adspiranten! Voor de genie 2
plaatsen en 20 liefhebbersVoor de koloniën bij de ar
tillerie S plaatsen en 26 die daarnaar dingen; voor de
genie eindelijk slechts 3 plaatsen en 42 die allen komen
met het verzoek om bij voorkeur bij dal wapen geplaatst te
worden
Hoe gaat men nu te werk Men begint met alléén het
vereischtevolgens het programma, te vragen, en gaat
langzamerhand verder en verder, tastende, onderzoekende,
wikkende en wegende tot men zoo ver gekomen is als
men gaan kan. Men vergelijkt de mondelinge antwoorden
op de vragendie zich uit elkander ontwikkelen met het
schriftelijk werk en eindelijk taxeert men den Adspirant,
met een opklimmend cijfer van 1 tot 12. Om »even vol
doende'' te zijn moet hij minstens een 6 halen.
Dat bij dit vergelijkend examen men natuurlijk niet binnen
de grenzen van het streng vereischte kan blijven is dui
delijk. Van daar dan ook de schriftelijke vertalingen in