28 volgende Kadets benoemd tot 2e Luitenants bij het Korps Ingenieurs Mineurs en Sappeurs als H. T. Schalken G. Polvliet J. F. Klinkhamer. Bij Z. M. besluit van den 9n Julij 1859, N°. 51 zijn te rekenen van den 4- te voren, de volgende Kadets'benoemd tot 1 Luitenants der Landmagt in Oost-lndië: Bij het wapen der Infanterie, F. II. Albrecht en F. de Lannoy. Bij het wapen der ArtillerieS. P. van Kakum. B'j het korps der Genie en Sappeurs, L. J. Resner, C. Rabbe, J. Jarman en L. A. Laurillard Fallot. Overplaatsingen. Bij onderscheidene Min. disp. zijn de volgende Kadets overgeplaatst als Van het wapen der Kavallerie bij dat der Infanterie hier te lande, de Kadet W. A. H. Bar. van Lijnden tot Olden- aller. /I V*a,r ,h-1 Wapen der ArtilIerie biJ dat der Kavallerie in Oost-lndië J# H. Stuffken. Van het wapen der Infanterie bij dat der Kavallerie hier te lande Jhr. M. van Reigersberg Versluijs. Ontslag. Bij onderscheidene Min. disp. is op hun verzoek eervol ontslag verleend aan de volgende Kadetsals C. J. A. Wunaendts en K. II. Duijcker, van de Infan terie, en A. R. de Wendt van de Artillerie, allen voor de dienst hier te lande. Bij Min. disp. is ontslagen de Kadet W. B. Fricke van de Infanterie in Oost-lndië.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1860 | | pagina 54