u
poleon beslissend nadeelig zijn. Niet juist om den grooten in
vloed welken die hoofdstad op het overige van Frankrijk uit
oefent; die invloed zou nog niets uitgewerkt hebben bij
cene eendragtige natie en bij een gebieder die op de on
wankelbare trouw zijner onderdanen kon rekenen en met het
zelfvertrouwen van een Bodewijk XIV mogt zeggen: nïêlat,
c est mot;" maar juist die eendragt bestond in Frankrijk
niet; juist dal vertrouwen kon de toenmalige gebieder van
Frankrijk niet stellen in de aanhankelijkheid zijner onderda
nen; integendeel, wanneer Parijs in handen des vijands
viel, dan was het mogelijk, zelfs waarschijnlijk, dat zich
daar dadelijk eene regering zou opwerpen die aan Napoleon
het bewind over Frankrijk zou betwisten de gehoorzaam
heid aan dien gebieder opzeggen en mogelijk aanhang vin
den zou door de enkele omstandigheid dat zij meester was
van de hoofdstad. Bij eene niet door partijen verdeelde natie
zouden die nadeelen niet bestaan hebben: Freduuik II zag,
in den zevenjarigen oorlogde vijandelijke legerscharen tot
twee maal toe meester van Berlijn, zonder dat één Pruis daar
door verzwakt werd in zijne trouw en gehoorzaamheid aan
den monarch; hel brankrijk van 1814 was, in geenen deele
in een zoo gunstigen toestand; integendeel, het was te
voorzien en de uitkomst heeft het bewezendal het
verlies van Parijs de heerschappij des Franschen keizers aan
het wankelen zou brengen.
Vestigen wij nu een blik op het krijgstooneel en zien wij
op welke wijze de oorlog daarop van Napoleon's zijdebest
kon gevoerd worden; uitgaande van die twee stellingen:
dat de oorlog verdedigend moest gevoerd worden, wat
wel niet den minsten twijfel kan lijden, wanneer wij later de
sterkte der beide partijen zullen hebben opgegeven
SP dat, bij die verdediging, voornamelijk Parijs aan den
vijand betwist moest worden, waarvan wij de noodzake
lijkheid zoo even hebben aangetoond.