18 de Vogesen ontspringende, loopt geruimen tijd in de rigting van het zuiden naar het noordentot dat zij zichnabij Sarbruck, eenigzins naar het westen ombuigt, en eindelijk, hoven Trier, in de Moezel valt: De Sarre, hoe zeer eene kleine rivier, levert echter voor een overtocht nog al be zwaren op omdat zij door hooge steile oevers wordt ingesloten. De Meurlhe heeft haren oorsprong ook in de Vogesen eenige uren ten zuiden van dien der Sarre. Zij stroomt in eene noordwestelijke rigting, en werpt zich, beneden Toul, in de Moezel. In het eerste derde gedeelte van haren loop heeft deze rivier steile oevers later stroomt zij meer door eene vlakte. De Moezel kan van haren oorsprong (8 uren ten zuid westen van Colmar) tot nabij Trier als eene goede verde digingslijn voor Frankrijk worden beschouwd, daar zij over het algemeen van het zuiden naar het noorden loopt, in eene rigting nagenoeg evenwijdig met den Rijn. Bij Trier, echter, houdt dit voordeel op, daar de rivier zich hiernaar het oosten ombuigt en zich te Koblentz met den Rijn ver- eenigt. De Moezel heeft eene groote stroomsnelheid en steile hooge oevers. De Maas loopt ook van haren oorsprong tot Namen van het zuiden naar het noorden, in eene bijna evenwijdige rig ting met den Rijn en is dus eene gunstige verdedigings lijn voor een Fransch leger tegen een van het oosten opruk- kenden vijand. Hoezeer, tot Namen toe, geenszins onder de groote rivieren kunnende tellen zoo is de Maas echter, door den toestand van hare oevers, eene rivier wier overtocht met goed gevolg aan den vijand kan betwist worden. Westelijk van den Rijn ontmoet men het Vogesische ge bergte zich van nabij Bcfort noordwaarts naar de Sarre uit_ breidende, terwijl verder noordwaarts, tusschen de Nahe en de Moezelhet gebergte de Hundsrück eene voortzetting van de Vogesen is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1860 | | pagina 90