19
Het Juragebergledat lusschen Frankrijk en Zwitserland de
natuurlijke grensscheiding uitmaakt, sluit niet onmiddelijk
aan de Vogesendaar, van den oorsprong der Birs lot
nabij Bcforter eene verlaging van den grond plaats heeft
die als het ware aan die zijde de natuurlijke ingang tot
Frankrijk is en waar zich ook de wegeu bevinden die van
Bazel naar Besancon Dijon en Langres voeren. Hoezeer de
Vogesen ook doorsneden worden door de groote wegen die
van de Paltz en den Elzas naar Metz en Nancy voeren
zoo is het evenwel een gebergte dat moeijelijk over te trek
ken gemakkelijk te verdedigen is.
Als eene vertakking der Vogesen, breidt zich nog eene
keten van hoogten uit, van nabij Langres, noordwaarts lus
schen de Moezel en de Maas en sluit verder aan de bosch-
rijke hoogten der Ardennen. Die keten wordt doorsneden
door verschillende wegenwelke de steden die aan de
Moezel liggen, verbinden met de sleden aan de Maas.
Op den linker oever van de Maashet hoogland van
Lotharingen westelijk begrenzende, vindt men de bosschen
van Argonne, die, slechts langs enkele wegen door te trek
ken, in 1792 DuMorniEZ dienden om het Pruissische leger
in bedwang te houden.
Al de verdedigingslijnenwelke wij hier vermeld hebben
hadden echter, bij de in 18U bestaande omstandigheden,
twee hoofdnadeelendie beletten zouden er partij van te
trekkenzij konden gemakkelijk omtrokken wordendoor
Zwitserland of door de Nederlanden heen; en zij waren te
uitgebreid voor de krijgsmagt waarover Napoleon kon be
schikken. De zwakheid van het toenmalige Fransche leger
was zoodanig, dat het zeer gemakkelijk te voorzien was
dat het hoogstens eerst aan de rivier de Maas zou zijn dat
de tegenstand zou kunnen aanvangen en de andere verde
digingslijnen aan den vijand zonder strijd zouden moeten
worden afgestaan.