41 te vinden; vergenoegen wij ons met den intogt der mo narchen in Leipzig nOp den 19,le" October, ten één uur 's namiddags, een uur na de bestorming van de stad hielden onze Koning en de Keizers van Rusland en Oostenrijk benevens de Kroonprins van Zweden en een zeer talrijk gevolg van generaals hoofd-officieren ordonnansen en een geheelcn zwerm van rij knechten met de handpaarden hun intogt in Leipzig. Van alle kanten uit alle vensters klonk ons vreugdegejuich in de ooren en er kwam geen einde aan hel wuiven met doeken. Ik was zoo geroerd dat mij de tranen in de oogen kwa men het bewustzijn der overwinning deed mij de horst zwellen Duitschland was vrijde vreemde overheersching had een einde genomen. Toen de stoet zeker plein bereikte, vielen er van den tegenoverliggende!! oever der Pleisze geweerschoten en gra naatworpen. Er ontstond natuurlijk eenige weifeling in den stoetallen zochten de monarchen terug te houdenen tol omkeeren te bewegen er moesten troepen en geschut gehaald worden om den vijand van de overzijde te verdrij ven hetgeen echter niet gemakkelijk was, daar de geheele straat door het talrijk gevolg te paard was ingenomen dat zich rugwaarts zamendrong ten einde de monarchen buiten bereik der schoten te brengen. Dit gelukte met veel moeite, en spoedig hield het schieten van zelf op. »De ontboden stukken geschut kwamen thans met dof ge dreun aangesneld, en werden op het plein opgesteld. Hierbij deden zich afgrijsselijke tooneelen voor, die het menschelijk gemoed diep schokten. Er lagen nog vele gewonden op straat die men niet verwijderd haden waarvan er reeds velen bij den inlogt door de paarden vertreden waren; wat er nu nog lag en leven had werd zonder genade door de stukken overreden en verbrijzeld. Ik heb hier gezien en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1861 | | pagina 107