id M ilde de generaal toch nog verder marscherenhetgeen ik hem evenwel afrieddaar wij van den vijand niets anders wisten dan dat hij den vorigen dag Breda beschoten had daar de landstreek ons ook geheel onbekend wasen wij derhalve gevaar liepen in eene nadeclige stelling te komen. Ik sloeg daarentegen voor het eerste regiment huzaren on der aanvoering van zijn dapperen kommandantden majoor VON Sandrart op den vijand af te zenden met den last dien, als de omstandigheden veroorloofden, te overvallen, en zoo mogelijk eenige gevangenen te maken terwijl wij bij Dongen een bivak betrokken. Sandrart had nog geen uur gcmarscheerd of hij stiet tusschen Dorst en den Ypelaar op vijandelijke jagers der garde die dadelijk aangevallen en weldra overhoop gewor pen werden. Het regiment bad verscheidene schitterende charges uitgevoerden bragt ongeveer 60 gevangenen mede terug. Ilel had daarenboven een rijken buit gemaaktwant de jagers schenen niet van gemeene afkomst te zijn, en waren voor het grootste gedeelte van goed gevulde beurzen voorzien. «De vijand, die zich door onzen opmarsch bedreigd za"-, en misschien geloofde, dat hij met het gcheele korps van Bülow te doen hadgaf nog dien zelfden nacht de bcren- ning der vesting optoen hij echter versterking had ont vangen keerde hij weder terug. De generaal Kraft ging echter nu den vijand over de Donge te gemoeten daar de Engelschen van Steenbergen op lioozendaal aanrukten, zag de vijand zijne beide flanken bedreigd en trok begun- tigd door een zwaren mist, in de rigling van Hoogstraten terug, waarop de generaal Kraft, nadat de vijand bepaald den tcruglogt bad aangenomen tot Dotigcn terugging al waar hij stelling namom nadere bevelen af te° wachten en ook om dadelijk gereed te zijn in geval van nood Breda te ondersteunen. i

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1861 | | pagina 115