«Nadat Breda gelukkig ontzet was, moest het den gene
raal Kraft zooveel te meer bevreemden dat hij zulks aan den
generaal Bülow berigt hebbende in plaats van de verwachte
loftuitingen niets dan verwijten ten antwoord kreegomdat
hij onder begunstiging van den mist den vijand niet onop
houdelijk vervolgd had. Wonderlijk toch juist die zware
mist had den generaal Ivraft bewogen de vervolging niet
verder voort te zetten."
Men ziel, dat de schrijver niet schroomt de zaken die hij
vermeldt, naauwkeurig te ontleden hij vermeldt zelfs onbe
wimpeld waar het te pas komtde gebreken en ondeugden
zijner landgenootcn welke onpartijdigheid de waarde van
zijn werk zeer vergroot. Zoo zegt hij onder anderen aan het
einde van de beschrijving van den veld logt van 1815 in de
Nederlanden, omtrent den generaal Bülow:
»De Hollandsche natie gaf den generaal Bülow bij zijn
vertrek haren dank te kennen, dat hij haar van de vreemde
overhccrsching had bevrijd. Men vereerde hem namelijk een
rijk versierdengouden degen op welks gevest de namen
der veroverde vestingen Arnhem, Doesburg, 's Hertogen
bosch en Gorcum gegraveerd waren behalve nog ecne jaar-
lijksche lijfrente van 1000 dukaten. De wensch van den
ontvangerom die gekapitaliseerd te zien hetwelk tegen
5 pCt. 20,000 dukaten zou bedragen hebben gaf mij we
der een bewijs hoe de mcnsch zoowel wat de eer als het
geld betreftzelden tevreden is, ja zelfs, hoe meer hij krijgt,
nog inhaliger wordt. Als men in dit opzigt een blik in het
menschelijke hart slaat, hoezeer verdwijnt dan, hetgeen wij
in het dagelijksch leven, grootheid noemen!"
Het korps van den generaal Bülow rukte den 18llCn Fe-
bruarij 1814 over de Fransche grenzen; het veroverde den
27»to" Fcbruarij de vesting Lagere, welker garnizoen kapilu-
leerde, en was den 5,|t:n Maart zoo gelukkig lot de verovering