57
ren wien hel nog zelden was voorgekomen dat zij dc
overwonnen partij waren en die nu zelfs binnen de muren
hunner hoofdslad den vijand den baas zagen spelen een
doorn in het oog waren. Zij liepen in burgerkleeding rond
maar men herkende hen aan de duistere blikkenwaarmede
zij ons aanzagenals wilden zij ons doorboren. Zij vonden
bij het meerendeel onzer gewis de levendigste deelneming
en de inschikkelijkheid die het ongeluk verdient. Wij
hadden ons toch ook in dien toestand bevonden
Von Reiche werd thans tot luitenant-kolonel bij den gene-
ralen staf bevorderd en spoedig daarop tot leeraar van den
Kroonprins van Pruissen, later Fredeuik Willem IV, be
noemd. Toen Napoleon echter Elba verlaten en zich aan het
hoofd van het Fransche leger geplaatst had, werd hij aan
gesteld tot chef van den staf van den generaal Zietiien, die
het eerste legerkorps van het Pruissische leger komman-
deerde. In deze betrekking woonde hij het openen der vijande
lijkheden de gevechten van Gilly en Gosseiies, en den slag
bij Ligny bij waarvan hij in zijne Gedenkschriften eene
zeer duidelijke wetenschappelijke beschrijving geeft.
Het korps van Ziethen onderscheidde zich bij den slag van
Ligny bijzonder daar een groot gedeelte van hetzelve den
vorigen dag van 's morgens drie lot 's avonds elf uur tegen
een viermaal sterkeren vijand had moeten strijden en het
korps van het begin van den slag af tot het einde loc geen
oogenblik buiten gevecht was, en zich dapper weerde. Het
korps van Büi.ow bevond zich te ver van het slagveld ver
wijderd om aan den slag deel te nemenen bragl er door
zijne afwezigheid veel toe bijdat de Pruissen dien verlo
ren. Von Reiche verklaart het niet komen van Bülow
als volgt
»De generaal "Bülow bezat een zeer driftig, hartstogtelijk
en eigenzinnig karakter, en was nog ten gevolge van den