88 vorigen veldtogt zeer gebeten op diegenen van Blücher's omgeving, van welke hij wistdat zij aan de besturing van bet leger deelnamen. IIij droeg uit dien hooidezooals vroeger de generaal York ook deed Gneisenau en Grol- mann een hevigen haat toe. Deze hcercn voor wien dit niet verborgen kon blijven, vermeden uit achting voor den verdienstelijken generaal zooveel mogelijk alles wat hem aansloot kon geven, waarom zij onder anderen zich in de aan hem gerigte bevelschriften van een scherpen en beve lenden toon trachtten te onthouden. »De troepen waren lot aan de laatste dagen vóór hel uit breken der vijandelijkheden rustig in hunne wijd en zijd verspreide kantonnementen gebleven en het hoofdkwartier van den generaal Bülow bevond zich in dien tijd te l.uik. nNaar hetgeen mij de chef van den staf van Bulow, de generaal Valentini heeft medegedeeld, had Bulow den 15de". 'smorgens ten 5 uur, een hevel van Blüciier van den lhlcn Junij ontvangen inhoudende dat het legerkorps schikkin gen moest treffen ten einde zich in een enkelen dag te Hanut te kunnen zamentrekken in den namiddag van den zelfden dag kwam er een tweede bevel uit Namen aan ge- dagleekend van den 's avonds ten twaalf uur, waarin, in plaats van de gewoonlijk aan Bülow gerigte uitdruk king: «liet wordt aan Uwe Excellentie overgelaten" de nog minder bepaalde spreekwijze: illet zoude het doelmatigste zijn dat het hoofdkwartier van Uwe Excellentie zich te Ha- nut bevond,'' werd gebruikt. sDaar dit hevel niet door Blüciier zeiven, maar door den chef van zijn staf, den generaal Gneisenau was opgesteld en onderteekend, en de generaal Bülow de omstandigheden nog niet voor zoo dringend hield meende hij het verplaatsen van zijn hoofdkwartier naar Hanut, voor zijn persoon ten minste, nog wel tot den volgenden dag, den 1(j<lcn, te kunnen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1861 | | pagina 124