67 was dienden zij den aanrukkenden troepen tot rigtingspunt en daar zij allen daarop hun marsch rigtten ontstond er hoe meer zij naderden een gedrangdat natuurlijk met ieder oogenblik toenam. »Er had hier eene merkwaardige ontmoeting plaats. De twee leger-aanvoerders Blücher en Wellington ontmoet ten elkander geheel toevallig bij het binnentrekken van dit huis. Men begrijpt, hoe hartelijk die beide helden elkan der omarmden terwijl zij zich wederkeerig voor de be wezen hulp bedankten en geluk wensehlen. Tol aanden ken aan deze gelukkige ontmoeting werd de slag door ons dien van Belle-Alliance genoemd, terwijl de Engelschen hem minder dichterlijk maar meer zelfzuchtig dan wij dien van Waterloo heetten naar het hoofdkwartier van Wel lington vóór den slag, en daardoor te kennen gaven, dat zij op de eer van den dag voor zich aanspraak wilden maken." Het legerkorps van Zietiien marscheerde den 19den Junij over Quatrebras naar Charleroi en den 2l,len van daar over de Fransche grenzen in de rigting van Parijs. Het ver overde de vestingen Avesnes en Guise door bombardement en kwam na het leveren van verscheidene gevechten voor Parijs aan. Deze togt en het in bezitnemen der hoofdstad worden in de Gedenkschriften zeer wijdloopig en onder houdend beschreven. De luitenant-kolonel von Reiche werd in de maand October van het jaar 1815 ter belooning zij ner in den afgeloopen veldtogt bewezen diensten bij keuze tot kolonel bevorderd. Hij zegt daaromtrent: »Daar ik in het jaar 1810 kapitein was geworden enthans in 1815 tot kolonel bevorderd werd was ik in een tijdverloop van vijf jaren van den luitenantsrang tot dien van kolonel opgeklom men. Bij deze ongemeen snelle bevordering is het mij altijd eene groole voldoening geweest dat ik deze noch aan mijne betrekkingen noch «aan parade-kunsten te danken heb gehad en dat het mij vergund is geweest mijn rang ridder lijk op het slagveld te verkrijgen."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1861 | | pagina 133