106 moeten doen? Volstrekt geen aanvallende beweging naar de zijde van Brünnvolstrekt geen slag leveren, waarbij, zooals de zaken stonden, de kansen altijd in hun nadeel zou den zijn terwijl de bondgenoolen door te wachten ver sterkingen zouden krijgen die hun gegronde hoop moesten geven op de overwinning. Maar wanneer men toch Napoleon's leger te Brünn wilde aanvallen dan moest de opmarsch van Olmiilz met veel meer spoed verrigt worden men moest hierover geen vijf da gen doorbrengen waardoor hel Fransche leger den vollen tijd had om zich zamen te trekken wanneer het dit niet reeds vroeger had gedaan. Nu in het gezicht van dat leger, nemen de hooiden der bondgenoolen hunne beschikkingen tot den aanval met eenc overhaasting, eene overijling, die vreemd afsteken bij de vroegere traagheid en die even slecht zijn daar die beschikkingen niet algemeen bekend en niet begrepen worden door hen die ze moeten uitvoeren. Bovendien is dit aanvalsplan zóó ingewikkeld zóó kunst matig, dat het, alleen daardoor, reeds groote kans loopt van niet te gelukken de lijd van afmarsch der verschillende ge deelten is zoo slecht geregeld dat het eene gedeelte (Lich- tenstein) door het andere (Przibiszewsky) wordt opgehou den de sterkte der troepenmagl is zoo buiten verhouding met het terrein waarop zij zich moet scharendat op den linker vleugel voor Telnitz en Sokolnitzaan de kolonne van Przibiszewsky terrein ontbreekt om haren opmarsch te doen en dat op den regter vleugel eene wijde ruimte onbe zet bleef lusschen Bagration en Lichtenstein en om die ruimte aan te vullen, reeds dadelijk het legerkorps van den Grootvorst Konstantijn moest optreden de eenige reserve die men bij het geheele leger had. Door eene omlrekking breidt men hel leger uit over een kring van bij de drie uren gaans; men doet dit, door een flankinarsch op korten al1- y

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1861 | | pagina 172