107 stand van een bijna even sterken in het midden van dien kring geplaatsten vijandwiens aanvalskolonnen men had kunnen zien gereedstaan wanneer het mistige weer dit niet had verhinderden het gevaar eener doorbreking onder zulke omstandigheden reeds zoo grootmaakt men nóg groo- ter door bijna de helft des legers op den linker vleugel zamen te hoopen waar de móeijelijkheden van het terrein van dien aard waren dat eenmaal daar met den vijand in gevecht gewikkeld men niet kon hopen spoedig van daar versterkin gen naar het centrum te kunnen zenden. Die ontwikkeling des vijands die uitbreiding van het eigen legerhad ook het groole nadeeldat daardoor de eenheid van dat leger werd verbroken en alles gesplitst werd in verschillende afdcclingen ieder op zich zelve handelende volgens de bijzondere inzichten van den bevelhebber dier af- deeling, inzichten die, meer of minder goed op zich zelve, het gebrek hadden onderling in strijd en in strijd met de inzichten des veldheers te zijn. Die veldheer had de be schikking over zijn leger geheel en al verloren; hij konden loop der gebeurtenissen in het minste niet meer besturen en na den aanval op de hoogten van Pratzen beeft Kimisow eigenlijk niets anders onder zijne leiding dan de enkele bri gade Ivamenski. Bij een zeeslag kan soms, een vlootvoogd afgesneden worden van zijne overige magt en zijn bestuur bepaald zijn tol hel enkele oorlogsvaartuig waarop hij zich be vindt; verschillende oorzaken kunnen dien ongelukkigen toe stand te weeg brengenzonder dat die nog behoeft geweten te worden aan misslagen. Maar bij een veldslag mag zoo iets nooit gebeuren hier moet het legerhoofd altijd nabij de sterkste massas nabij de reserves zijn om daarmede den gang van het geheel den loop van den strijd te kunnen besturen en ook uit dien hoofde is hot te veroordeelen om aan een leger te groote uitbreiding te geven dewijl daar-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1861 | | pagina 173