108 door aan den veeldheer de mogelijkheid wordt benomen om de verschillende deelen van dal leger te leiden en daar door de eenheid van het opperbevel verloren gaat. Ziedaar aan welke misslage» de nederlaag der bondgenoo- ten was te wijten en niet aan omstandigheden van meer ondergeschikten aard die heide volkeren de Oostenrijkers zoowel als de Russen hebben aangevoerd om die nederlaag te verklaren en de oneer daarvan van zich af te werpen. Zoo drukt Damlewsky op de wijze van zamenstelling der kolonne van Kollowrath die volgens hem haar minder strijdvaardig deed zijn dan de overige en het den vijand dus gemakkelijk maakte om de hoogten van Pralzcn te vermees teren. »Die kolonne," zegt hij, was de zwakste, niet juist door het getal maar wel door het gehalte der troepen zij bestond uit de Russische troepen die, onder Miloradowitsch, bij Kutusow's vroegeren terugtocht, reeds groote verliezen hadden geleden en uit Oostenrijksche bataillons die voor het eerst in het vuur kwamen. Maar die Russische ba taillons hadden zich juist bij dien terugtocht door hunne dapperheid onderscheidenook hier ontbreekt het daaraan niet; en wanneer een paar dier bataillons zich zwak gedra gen dan moet men in aanmerking nemen dal zoo iels bij het beste leger van de wereld kan plaats hebben en dat dit zwakke gedrag ook gedeeltelijk is toe te schrijven aan het verrassende van s vijands aanval, dus aan het verkeerde der genomene beschikkingen. Wat de Oostenrijksche bataillons van Kollowratii aangaat, deze mogen uit jonge troepen be staan hebbenmaar uit hun gedrag op het slagveld van Austcr litz zou men dit niet opmaken zij houden geruimen tijd, met moed den strijd vol en gaan eerst terug als zij reeds over de twee duizend man verloren hebben; zij ge- dragen zich hier als goede, uitmuntende troepen. Daaraan kan dus het verlies van de hoogten van Prulzen niet wor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1861 | | pagina 174