448
avonduuren onze groote strijkzolder wanneer de familie
uit rijden was en de meid zich met haar beau onderhield
al hunne verschrikkelijkheid reeds voor mij verloren.
Ik was jongeling geworden en de poortklok riep mij een
»waakt" toe, en de strijkzolder deed mij door eene wonder
lijke aaneenschakeling van denkbeelden aan het huwelijk
denken.
Ik ben wel in zes winkels geweest voor ik dezen hoed
zagMevrouw dat zal met den uwen ook wel ten naastenbij
zoo gegaan zijn maar toen ik hem zag op het hoofd van
den hoedenmaker die al de te verkoopen exemplaren met
beide handen op zijn kruin drukte voor hij ze mij ter
passing aanbood getuigde de geest onmiddellijk en ik sloot
een verbond van trouwdat twee jaren en een half heeft
stand gehouden trots alle stormen en buijen die om mijn
hoofd gewaaid hebben, trots plasregens die cenige mijner
vurigste plannen uitdoofden, trots misten en stofwolken,
waaruit ik naauwelijks mij zeiven terugvond.
De auteur van zijn bestaan Mevrouwwas een deftig
schraal man zijn dienstgewaad in dien tempel »aan de hoof-
den des vaderlands gewijd bestond uit een wit linnen rok,
zooals de veerschippers ze wel dragen. Hij stond ongedekt
te midden van zijn kroost, dat glanzende van jeugd, in kaars-
regte houding hem op deftige rijen geschaard, omringde.
Er waren ook zieken ingebragtzijdelings gebogen onder
den druk des levens zwak in de lenden uit ouderdom
ook herstelde hij karakterloozen en waanzinnigen, met kanten
en randen afgesleten en onherkenbaar door het buigen voor
wijzen en dwazen.
Hij opereerde en herstelde zeopdat zij weder uit zou
den gaan in de wereldom nieuwe denkbeelden te koes
teren en tot rijpheid te brengen in de hoofden der menschen-
kinderen.
Hij had er van allerlei soort, Mijnheerdeftige Engelsche
hoeden ijsselijk lang mager en stemmig, met uitgerekte